Deel 8a, blok 3, week 2 Les 4 kommagetallen

lesdoel

Ik kan een breuk naar een kommagetal omzetten op de rekenmachine.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesdoel

Ik kan een breuk naar een kommagetal omzetten op de rekenmachine.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is ons lesdoel en wat zijn decimalen?

Slide 6 - Question ouverte

Juf doet het voor

Een plank van 1 meter verdeel ik in 4 stukken. Hoe groot is dan 1 stuk.

Slide 7 - Diapositive

Reken uit op je rekenmachine

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Reken uit op je rekenmachine

Romnd af op 2 decimalen na de komma.

Slide 10 - Diapositive

Hoe doe ik dit
  • Stap 1: reken 1/4 uit op je rekenmachine.
  • Stap 2: vermenigvuldig dat met 3
  • Dat weet je welk kommagetal bij 3/4 hoort

Slide 11 - Diapositive

Welko kommagetal hoort hierbij?
leg aan elkaar uit hoe je dit doet.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Drie poppetjes hebben een wedstrijd gereden.

De tijden die ze reden waren:

geel:     19 1/3 seconden
blauw:  19,26 seconden
rood:     19 2/7 seconden


Wie had de snelste tijd

Juf doet het voor?

Slide 15 - Diapositive

Drie poppetje hebben een wedstrijd gereden.

De tijden die ze reden waren:

geel:     19 1/4 seconden
blauw:  19,58 seconden
rood:     19 2/8 seconden

Wie had de snelste tijd

Nu jullie?

Slide 16 - Diapositive

Drie poppetje hebben een wedstrijd gereden.

De tijden die ze reden waren:

geel:     19 1/4 seconden
blauw:  19,58 seconden
rood:     19 2/8 seconden

Wie had de snelste tijd

Nu jullie?

Slide 17 - Diapositive

Drie poppetje hebben een wedstrijd gereden.

De tijden die ze reden waren:

geel:     19 1/10 seconden
blauw:  19,25 seconden
rood:     19 2/5 seconden

Wie had de snelste tijd?

Nu jij?

Slide 18 - Diapositive

Zet dit getal om in een kommagetal. Rond af op 2 decimalen na de komma.
124 1/5

Slide 19 - Question ouverte

Juf loopt langs
Antwoord goed:
aan het werk

Deel 8a, blok 2, week 2, Les 4
Opgave 1
Opgave 2
Opgave 0
A
B
C

Slide 20 - Diapositive