Kansenongelijkheid

1 / 11
suivant
Slide 1: Vidéo
BurgerschapsonderwijsLOB+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Instructions

Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie. Jongeren kunnen individueel, in groepjes of klassikaal in actie komen.

De tussenstand die weergeven wordt in de module kan je zelf uitzetten. Klik hiervoor op 'geef les'. Ga vervolgens naar de pincode aan de linker onderzijde en klik erop. Er verschijnt een scherm met daarin de optie 'toon tussenstand'. Als je het vinkje verwijdert, wordt de tussenstand niet meer getoond.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan bij het begrip kansenongelijkheid?
VRAAG 1

Slide 2 - Diapositive

Activeer de voorkennis door de leerlingen te vragen wat ze al weten. Laat ze elkaar aanvullen. Sta erbij stil dat dit voor iedereen iets anders kan zijn. Alle antwoorden zijn goed! 
Dit onderdeel is met name bedoeld om het thema in de klas te introduceren en het gesprek rustig op gang te brengen.
Een vader en zijn zoon zijn op weg van voetbaltraining naar huis. Onderweg rijden ze een tunnel in en uit het niets komt een auto op ze af die op de verkeerde weghelft rijdt. Er volgt een frontale botsing. De vader is op slag dood. De zoon wordt met gillende sirenes naar het ziekenhuis gebracht, waar een team van chirurgen klaarstaat om de jongen te redden.

De chirurg werpt bij het binnenrijden van de patiënt een blik op het gezicht van de jongen en zegt: 'Ik kan de operatie niet uitvoeren, deze jongen is mijn zoon.'

Hoe kan dat?

Raadsel

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Het antwoord is dat de chirurg de moeder van de jongen is. En, hadden jullie het goed?

Wij mensen hebben onbewust stereotypes. Zo is er onderzoek gedaan naar dit raadsel en daaruit blijkt dat slechts 15% van de proefpersonen het goede antwoord gaf. Overigens is dit onderzoek ook aangepast en herhaald met eenzelfde soort raadsel: Een moeder reed in de auto en een verpleegkundige weigerde om te assisteren tijdens de operatie. Ook in deze situatie kwamen mensen niet op het idee dat de betreffende verpleegkundige ook een vader kan zijn.
Antwoord

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAAG 2
Waar denk je aan bij het woord vooroordeel?

Slide 5 - Carte mentale

Laat de leerlingen nadenken over wat zij denken dat een vooroordeel is. De officiële definitie staat op de volgende slide.
Vooroordelen zijn meningen die niet op feiten zijn gebaseerd. Deze meningen gaan over vaak groepen mensen (Allport, 2019). 
Vooroordelen kunnen leiden tot discriminatie en stereotypering van individuen of groepen, wat kan leiden tot negatieve gevolgen voor de betrokken personen, zoals verminderde kansen op werkgelegenheid, onderwijs of gezondheidszorg.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Vraag 5
Tijd voor eerlijkheid: heb jij vooroordelen?
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen heeft vooroordelen. Daar kunnen we niets aan doen. Wat we met die vooroordelen doen, hebben we gelukkig wel invloed op

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DISCUSSIE
VOOROORDELEN KUNNEN NUTTIG ZIJN

Slide 9 - Diapositive

Duur: uitleg en indeling 3 minuten. Uitvoer 3-5 minuten. 

Wat: In deze werkvorm gaat het klaslokaal opgesplitst worden in twee kanten. Is de groep a.d.h.v. de antwoorden op de vorige vraag natuurlijk verdeeld? Zet dan de leerlingen met 'WAAR' aan de ene kant en de leerlingen met 'NIET WAAR' aan de andere kant van het lokaal. Anders verdeel je zelf de klas in deze kampen. Ook als je het niet eens bent met de stelling moet je jouw kant proberen te verdedigen. Ook zijn er 3 "rechters" nodig. Dit zijn neutrale mensen die overtuigt moeten door de voor of tegen. 
Vergeet niet dat dit een debat is, dus iedereen laat elkaar uit praten. De docent is in het begin de debatleider. Als de docent de verantwoordelijkheid durft te geven aan een leerling om de debatleider te worden dan kan dat.

Doel: De leerlingen leren op volwassen niveau hun mening te verwoorden of, in het geval dat je bij je tegenovergestelde mening zit, nadenken over de andere mening.

LET OP! Belangrijk punt hierbij is dat vooroordelen ons wel helpen om de wereld om ons heen makkelijker te maken. Om niet alles opnieuw te moeten evalueren. Hokjes denken is menselijk, alleen leidt het dus ook tot discriminatie. Daarom moeten we ons bewust zijn van onze menselijkheid.
Debatteren: 

Een debat is iets waar je vantevoren weet dat mensen het oneens zijn over het onderwerp

Doel: 

Je mening kunnen delen om anderen te overtuigen 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- onderwerp (stellingen)
- goed luisteren, de ander uit laten praten
- herhalen wat de ander heeft gezegd voordat het tegen argument wordt gegeven
- goed argument is belangrijk om andere mensen te overtuigen 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions