Bs 13.1: Een constant inwendig milieu

Gaswisseling en uitscheiding
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?

-Introductie (10 minuten)
-Uitleg basisstof 13.1
-Aan het werk




Slide 2 - Diapositive

Introductie
Wat weet je nog?

Maak de introductie (10 minuten)

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel

-Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd. 

Slide 4 - Diapositive

Inwendig milieu

= het bloedplasma en weefselvloeistof 


De huid en slijmvliezen in je
luchtwegen en darmen zijn
een grens tussen inwendig
en uitwendig milieu
Uitwendig milieu

= alles buiten je lichaam

Longen, darmen en 
blaas hebben een 
open verbinding met
het uitwendige milieu 
en horen dus hierbij

Maar ook bacteriën, 
virussen, schimmels

Slide 5 - Diapositive

Constant inwendig milieu
Je lichaam houdt de hoeveelheid stoffen in je bloed zoveel mogelijk gelijk. Hierdoor kun je op elk moment van de dag de juiste stoffen gebruiken voor alle processen.
Je lichaam gebruikt 3 processen om het inwendige milieu constant te houden:
-Opname v. stoffen
-Opslag v. stoffen
-Uitscheiding v. stoffen

Slide 6 - Diapositive

Opname van stoffen:
= opname van stoffen uit het uitwendige milieu 
naar/in het inwendige milieu

•    Zuurstof uit de lucht.
•    Voedingsstoffen uit de voedselbrij in de darmen.

Slide 7 - Diapositive

Opslag van stoffen
= De stoffen worden uit het inwendige milieu 
gehaald en ergens opgeslagen.

  • Glucose: wordt door insuline omgezet naar glycogeen -> 
       opgeslagen in de spieren en lever.
  • Vet: wordt opgeslagen in het gele beenmerg van  
        pijpbeenderen en in onderhuids bindweefsel 

Slide 8 - Diapositive

Uitscheiden van stoffen:
= stof wordt uit het inwendig milieu (weefselvloeistof & bloedplasma) verwijderd  en verlaat het lichaam.

•    Longen: scheiden water(-damp) en koolstofdioxide uit.
•    Nieren: urine (afvalstoffen en water)
•    Lever: uitscheiding van afvalstoffen. O.a. gifstoffen zoals medicijnen, alcohol, drugs. Maar ook dode rode bloedcellen.


Slide 9 - Diapositive

Instandhouding van inwendig milieu
Om het inwendig milieu constant te houden spelen hormonen een belangrijke rol. Zoals insuline en glucagon.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen werken samen. 

Slide 10 - Diapositive

Aantekening
inwendig milieu: Het bloedplasma en de weefselvloeistof samen.
uitwendig milieu: Omgeving buiten het bloedplasma en de weefselvloeistof. 

Slide 11 - Diapositive

Aan het (huis)werk

Lees blz. 164 t/m 166
Mk bs 13.1: opdr 1, 2, 3, 5, 8, 9
Mk bs 13.1: opdr 4 en 6 in je wb

Klaar? 
Flits de begrippen
Oefen examenopdrachten














Slide 12 - Diapositive