Vraag 8 t/m 12

H3. Rekenen met kortingen en toeslagen
Vraag 8 t/m 12
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H3. Rekenen met kortingen en toeslagen
Vraag 8 t/m 12

Slide 1 - Diapositive

Vul de zin aan:

'Bij kredietbeperkingstoeslag wordt ... als er niet binnen de gestelde termijn wordt betaald'

Slide 2 - Question ouverte

Antwoord
'Bij kredietbeperkingstoeslag wordt een percentage boven op de prijs van de geleverde goederen of diensten in rekening gebracht als er niet binnen de gestelde termijn wordt betaald.'

Slide 3 - Diapositive

9a. Wat is fout aan de volgende uitspraak:

'Het belangrijkste verschil tussen een betalingskorting en een kredietbeperkingstoeslag is dat de toeslag bij betalingskorting minder hoog is dan bij de kredietbeperkingstoeslag.'

Slide 4 - Question ouverte

Wat moet het wel zijn:
'Het belangrijkste verschil tussen een betalingskorting en een kredietbeperkingstoeslag is dat bij betalingskorting de verkoopprijs wordt verlaagd en bij een kredietbeperkingstoeslag de verkoopprijs wordt verhoogd.'

Slide 5 - Diapositive

10. Er worden goederen geleverd voor €7.500. de btw bedraagt 21%. Er wordt 1% kredietbeperkingstoeslag in rekening gebracht.
Hoeveel bedraagt de kredietbeperkingstoeslag?
A
€75
B
€78,50
C
€90,75
D
Geen een antwoord is goed

Slide 6 - Quiz

11. Op een factuur staat dat je bij betaling binnen 14 dagen 1,5% kredietbeperkingstoeslag mag aftrekken. Het factuur bedrag is €10.164, inclusief 21% btw. Welk bedrag maak je over als je binnen 10 dagen betaald?

Slide 7 - Question ouverte

Kredietbeperkingstoeslag
Omzetbonus
Kwantumkorting
Betalingskorting
Creditnota
Interestkosten (rente) die in rekening worden gebracht bij te late betaling.
Korting die aan een afnemer achteraf wordt verleend, als de afname van goederen een van tevoren vastgesteld bedrag heeft overschreden
Korting die wordt gegeven bij afname van een grote hoeveelheid goederen in één keer
Korting die aan een afnemer wordt verleend als binnen een tevoren vastgestelde korte termijn wordt betaald

Slide 8 - Question de remorquage

12c. Wat is de omschrijving van het begrip die je niet hebt gebruikt?

Slide 9 - Question ouverte

Extra vragen

Slide 10 - Diapositive

Wat is de nettoverkoopprijs?
A
Verkoopprijs met btw
B
Verkoopprijs zonder btw

Slide 11 - Quiz

Van welk bedrag haal je de rabat vanaf?
A
Nettoverkoopprijs
B
Brutoverkoopprijs

Slide 12 - Quiz

Over welk bedrag betaal je de betalingskorting?
A
Nettoverkoopprijs
B
Brutoverkoopprijs

Slide 13 - Quiz