Inkopen

• Retail
• MBO
• Studiejaar 3

Inkopen

Even checken wat we al weten

Wat is:

• Een grossier
• Inkooporganisatie
• Het verschil tussen de economische voorraad en technische  voorraad

• Een Seizoensvoorraad
• Een strategische voorraad

Uit de praktijk

Lees de tekst uit hoofdstuk 10 van het boek ( 10.1 t/m 10.4)

Wat is volgens jou het verschil tussen inkopen en bestellen?

Waarop let jij als je een artikel koopt?

Ik ben best wel prijsbewust

😒🙁😐🙂😃

Inkoopbeleid

In het ondernemingsbeleid, bepaald het bedrijf welke doelen er zijn. Wat willen ze bereiken?

In het ondernemingsbeleid, wordt ook het inkoopbeleid bepaald. 

Wat wil je door de inkoop bereiken?, Dat is de inkoopstrategie

Hierdoor ontstaat het inkoopbeleidsplan

Inkoopactieplan

Plannen en activiteiten

Voornemens tov leveranciers

kosten, kwaliteit

interne en externe relaties

Inkoopplanning

Welke factoren beïnvloeden de inkoop

1. Verschil in leveranciers
2. Hoeveelheid
3. Duurzaam en niet duurzaam
4. Prijsstabiliteit

Inkoopbudget

Gaat over een bepaalde periode:

Per jaar

Per periode

Per afdeling

Inkoopproces

Welke stappen zet je in het inkoopproces (denk je)

3 fases

Technische fase

Commerciële fase

Administratieve fase

Technische fase

1. Probleem herkennen (behoefte van het bedrijf)
2. Behoefte bepalen (van de klant, welke eisen, hoeveelheid)
3. Leveranciers selecteren (zijn er daarvan veel of maar enkele, kunnen ze tijdig en betrouwbaar leveren)
4. Offertes aanvragen 
5. Offertes evalueren

opdracht

Het stagebedrijf vraagt jou om op zoek te gaan naar een goed en niet te duur koffiezetapparaat.

Ga via internet op zoek 

Maak hiervoor een voorstel.

Hou rekening met betrouwbaarheid, prijs (per kopje), bedieningsgemak, garantie etc. etc.

Commerciële fase

1. Met leveranciers onderhandelen
2. Definitieve keuze maken
3. Koopcontract opstellen

Wat staat er in een koopcontract?

Administratieve fase

Orderbewaking (is deze al binnen, compleet, klopt de inkoopfactuur....)

Evaluatie

Dit in overleg met alle betrokken afdelingen

zelfstandig verder

• lees blz 169 - 175 uit het boek ondernemen in de  dierverzorging

offertes

Wat staat er allemaal in een offerte?

Waar kijk je allemaal naar, als je een offerte gaat vergelijken?

Een offerte

Is een verkoopinstrument

Geeft een kans voor een goede indruk

Bevat een duidelijke prijsopgave

Zet de klant aan tot actie

Vaste en vrijblijvende offerte

Een vaste offerte bindt de verkoper aan een bepaalde termijn waarbinnen hij moet leveren volgens de voorwaarden die in de offerte staan vermeld.​

Een vrijblijvende offerte bevat geen bindende voorwaarden; als de klant meteen reageert, kunnen de voorwaarden nog veranderen.​

Vaste offerte

• Geldigheidstermijn staat in de offerte
• Voorstel tegen vaste prijs en voorwaarden
• Leverancier verplicht tot leveren

Vrijblijvende offerte

• Verkoper geen verplichting tot leveren
• Geen geldigheidstermijn in de offerte
• Prijzen en voorwaarden kunnen aangepast worden

Inhoud van een offerte

• Je bedrijfsgegevens
  
• De gegevens van de klant
  
• De datum/ offertenummer
• Een samenvatting van de werkzaamheden / foto's
• Jouw uurloon of totaalprijs
  
• De geldigheidsduur van de offerte
  
• Een verwijzing naar jouw algemene voorwaarden

Nazorg

• Bellen of de offerte aangekomen is
• Vragen of de offerte na tevredenheid is
• Vragen of de klant tot aankoop over gaat

• Wat nog meer?

uit het boek

lees blz 175 t/m 178 uit het boek, ondernemen in de dierverzorging

Opdracht

Maak een offerte voor een grote particuliere klant:

Deze wil graag iedere maand 100 kg hondenvoer ontvangen

Dit kost €5,-- per kg

Hij wil graag weten, wat hij per maand moet betalen, of er nog verdere kosten zijn, of hij korting krijgt, welke soort voer dan het beste is.        

Vendor Rating

Vendor Rating

Om leveranciers beter te kunnen controleren op de afspraken die in een contract zijn gemaakt, maken inkoopafdelingen gebruik van vendor rating. Vendor rating is het proces waarin organisaties hun leveranciers beoordelen op hun prestaties zoals leverbetrouwbaarheid, prijsbetrouwbaarheid & communicatie

het brutoloon is

1. gelijk aan het nettoloon
2. meer dan het nettoloon
3. minder dan het nettoloon
4. altijd te laag

De omzet is

1. hoger dan de winst
2. gelijk aan de winst
3. lager dan de winst
4. alle inkomsten van het bedrijf

De bruto winst =

1. omzet - variabele kosten
2. variabele kosten - vaste kosten
3. omzet - alle kosten
4. geen idee

de nettowinst is

1. omzet - vaste kosten
2. vaste ksote gedeeld door de variabele kosten
3. de bruto winst - vaste kosten
4. geen idee

Afschrijvingskosten zijn:

1. echte kosten
2. jaarlijkse uitgaven
3. geen echte kosten
4. een boekhoudtrucje

Wat is de omloopsnelheid

1. De tijd die een medewerker gebruikt om het werk af te krijgen
2. De tijd totdat een middel is afgeschreven
3. De tijd tussen investering en het terugverdienen hiervan
4. uuuuuuuhh

De economische levensduur is niet afhankelijk van

1. het gebruik van het middel
2. restwaarde
3. afschrijvingsmethode
4. belastingdienst

Afschrijving kan op basis van

1. de aanschafwaarde
2. de verkoopwaarde
3. de boekwaarde
4. de restwaarde

Duurzame bedrijfsmiddelen zijn

1. Middelen die energie besparen
2. Middelen die ervoor zorgen dat we onze aarde minder belasten
3. Middelen die een bedrijf gedurende lange tijd gebruikt
4. Middelen die het bedrijf geld besparen