5.1 prikkels en signalen

5.1 Prikkels en signalen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

5.1 Prikkels en signalen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 5.1 
- Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
- Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
- Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
- Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen

Slide 2 - Diapositive

Wat is gedrag?
Gedrag bij biologie is:

  • Alles wat een mens of een dier doet.
  • in reactie op een prikkel



Slide 3 - Diapositive

Hoe ontstaat gedrag?
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Alle reacties op prikkels vormen het gedrag.

Prikkel > verandering in de omgeving, hier reageren (respons) dieren en mensen op.

Slide 4 - Diapositive

Oorzaak van gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam 
  • Honger
  • Pijn
  • Sexuele drift (hormonen)
  • Agressie
Uitwendige prikkel -> komt van buiten
  • Geuren
  • Geluiden
  • Smaak
  • Enz.


Slide 5 - Diapositive

Drempelwaarde en motivatie

  • Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels.
Daarvoor zijn twee oorzaken:

1. De sterkte van de prikkel is lager dan de drempelwaarde (de minimale sterkte om een impuls naar de hersenen te sturen).

2. De motivatie (de wil) om te reageren is klein.

Slide 6 - Diapositive

Bij een hond die geen honger heeft is de motivatie om te eten laag.

Slide 7 - Diapositive

Altijd dezelfde reactie

  • Mensen en dieren zenden zelf ook prikkels uit, dit noemen we een signaal. De reactie op een signaal noem je een respons.

  • Op sommige signalen komt altijd dezelfde respons. Zo'n signaal noemen we een sleutelprikkel.
Op de volgende dia's zie je enkele voorbeelden.

Slide 8 - Diapositive

Dreiggedrag

  • De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.

  • Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag
(weg jij!). De rode buik is dus een sleutelprikkel.

Slide 9 - Diapositive

Spergedrag
  • Hiernaast zie je jonge vogeltjes. De opengesperde bekjes met de feloranje binnenkant, is een uitwendige prikkel voor de ouders. De ouders zullen de jongen gaan voeren.

  • De schaduw van de ouders boven het nest, is voor de jongen de sleutelprikkel om dit spergedrag te vetonen.

Slide 10 - Diapositive

Verzorggedrag
  • Een klein kind heeft grote ogen, bolle wangen en een korte kin. Een puppy heeft grote ogen en een korte snuit. Dit zorgt voor een 'rond hoofd'. 

  • Zo'n rond hoofd bij jonge dieren, baby's en kinderen is voor ouders de sleutelprikkel om over te gaan op verzorggedrag. Deze jonge dieren, baby's en kinderen hebben verzorging nodig.

Slide 11 - Diapositive

Supranormale prikkel
  • Soms wordt een sleutelprikkel overdreven. Dit noem je een surpanormale prikkel.

  • De koekoek legt zijn eieren in het nest van andere soorten vogels.

  • De extra grote rode opengesperde snavel is voor de pleegouders de prikkel om het koekoeksjong te voeren, zelfs wanneer deze al veel groter is.

Slide 12 - Diapositive

Sleutelprikkel
Supranormale prikkel

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo

5.1 les 1 
Maken opdr 1 t/m 14 + Nakijken  

Slide 15 - Diapositive

5.1 Prikkels en signalen Les 2 

Slide 16 - Diapositive

Herhalen vorige les 

Slide 17 - Diapositive

Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
Geur
licht
Geluid
kou
Warmte
honger
Dorst
Pijn

Slide 18 - Question de remorquage

De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Wat speelt een rol bij de drempelwaarde?
A
Motivatie
B
Gewenning
C
Beide

Slide 19 - Quiz

Wat is een sleutelprikkel?
A
een klein stukje van gedag dat ethologen onderzoeken.
B
een overdreven prikkel die door reclamemakers wordt gebruikt.
C
een prikkel die altijd hetzelfde gedrag oproept.
D
een signaal waarmee een dominant dier aangeeft dat hij de baas is.

Slide 20 - Quiz

Wat zie je in het plaatje?
A
Zorgen/ zorggedrag
B
Dreigen/ dreiggedrag
C
Bedelen/ bedelgedrag
D
Sperren/ spergedrag

Slide 21 - Quiz

Een supranormale prikkel (vergeleken met een sleutelprikkel) is:
A
Een sterkere prikkel voor hetzelfde gedrag.
B
Een kunstmatige prikkel voor hetzelfde gedrag.
C
Een aangeboren prikkel voor hetzelfde gedrag.
D
Een aangeleerde prikkel voor hetzelfde gedrag.

Slide 22 - Quiz

0

Slide 23 - Vidéo

De sleutelprikkel bij de stekelbaars is
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik

Slide 24 - Quiz

Leerdoelen 5.1 
- Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
- Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
- Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
- Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen

Slide 25 - Diapositive

Hoe maken dieren elkaar iets duidelijk?
  • Elkaar iets duidelijk maken noem je communiceren.

  • Mensen kunnen elkaar iets duidelijk maken door te praten (verbaal gedrag). Dieren doen dit vaak met hun lichaamshouding (non-verbaal gedrag of lichaamstaal).

  • Dieren communiceren op verschillende manieren:
1. Geluiden
2. Lichaamshouding
3. Kleuren

Slide 26 - Diapositive

Geluiden
  • Veel dieren maken geluiden. Daarmee kunnen ze berichten uitwisselen.

  • Zo kunnen dieren elkaar bijvoorbeeld waarschuwen voor gevaar. 

  • Een leeuw kan met zijn gebrul laten weten dat hij in zijn gebied de baas is.

Slide 27 - Diapositive

Lichaamshouding
  • Aan de staart van een hond kun je zien hoe hij zich voelt. 

  • Met de staart tussen de benen laten ze zien dat ze bang zijn (plaatje 2).

  • Met de staart omhoog laten ze zien dat ze veel zelfvertrouwen hebben (plaatje 3).

  • Bij plaatje 4 kan een hond met zijn staart laten zien dat hij kan gaan dreigen.

Slide 28 - Diapositive

Kleuren
  • Sommige dieren gebruiken kleuren om een boodschap over te brengen.

  • Een pauw zet zijn gekleurde veren uit om een hen (vrouwtje) te laten zien dat hij met haar wil paren.

  • Als een vrouwtjes baviaan een rood en opgezwollen achterwerk heeft, is dit voor een mannetje het signaal dat ze vruchtbaar is.

Slide 29 - Diapositive

Welke signalen gebruiken mensen?
  • Mensen communiceren door verbaal gedrag en non-verbaal gedrag.

  • De keuze voor je kleding en haardracht is een vorm van communiceren. Denk maar eens aan de oranje kleding die mensen aantrekken bij een voetbalwedstrijd. Je geeft een signaal af zodat andere weten bij welke groep je hoort.

  • Mensen gebruiken ook supranormale prikkels (de overdreven sleutelprikkels). Dit zie je bijvoorbeeld bij knuffels. Knuffels lijken op jonge dieren, maar dan met nóg ronder hoofd. 

Slide 30 - Diapositive

Supranormale prikkel

Slide 31 - Diapositive

5.1 Les 2 
Maken opdracht 15 t/m 26 + Nakijken

Slide 32 - Diapositive

geluiden
lichaamshouding
kleuren
spergedrag

Slide 33 - Question de remorquage

Deze extra grote, rode opengesperde snavel van dit koekoeksjong is een supranormale prikkel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Twee katten komen elkaar tegen, ze nemen een agressieve lichaamshouding aan. Is dit verbaal of non-verbaal?
A
verbaal
B
non-verbaal

Slide 35 - Quiz