Grammatica woordsoorten H4 - 3V

Planning vandaag:
  • 10 minuten lezen
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg grammatica woordsoorten H4
  • Oefenen
  • Huiswerk maken

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning vandaag:
  • 10 minuten lezen
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg grammatica woordsoorten H4
  • Oefenen
  • Huiswerk maken

Slide 1 - Diapositive

Nakijken
Opdr. 1
1. Fout >> de helikopter van de president = de president
2. Goed
3. Fout >> de voorstelling = ik/wij
4. Fout >> de macaroni met zalm = ik
5. Fout >> de bus = ik
6. Goed

Slide 2 - Diapositive

Nakijken
Opdr. 3
1. Fout
2. Goed
3. Fout
4. Fout
5. Goed
6. Fout

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

1. Op dit moment moet je in Nederland extra voorzichtig zijn. In deze zin is 'je' een ...
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

2. Je (1) moet je schamen dat je het antwoord op je eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (1)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

3. Je moet je (2) schamen dat je het antwoord op je eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (2)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

4. Je moet je schamen dat je (3) het antwoord op je eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (3)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 14 - Quiz

5. Je moet je schamen dat je het antwoord op je (4) eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (4)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 15 - Quiz

6. Als het morgen mooi weer is, ga ik kamperen.

Benoem de woordsoort van het.
A
bepaald lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord

Slide 16 - Quiz

7. Omdat Rex het (1) oude bootje toch nooit meer gebruikt, wil hij het (2) verkopen.

Benoem de woordsoort van het (1).
A
bepaald lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

8. Omdat Rex het (1) oude bootje toch nooit meer gebruikt, wil hij het (2) verkopen.

Benoem de woordsoort van het (2).
A
bepaald lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!

Maak nu van blz. 126 en 127 opdr. 1, 2 en 5.


Slide 19 - Diapositive