Hoofdstuk 4 rekenopdrachten

Hoofdstuk: 4 Werkt dat zo?
Rekenopdrachten
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk: 4 Werkt dat zo?
Rekenopdrachten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
- Nettoloon kunnen uitrekenen 
- Brutoloon kunnen uitrekenen 

Slide 2 - Diapositive

In een stad werken 20 000 mensen. 12% van hen doet vrijwilligerswerk.
Bereken het aantal vrijwilligers.

Slide 3 - Question ouverte

Bekijk het schema met de verdeling van de werkende beroepsbevolking.
In deze regio hebben 250.000 mensen een baan. Bereken het aantal mensen dat in de agrarische sector werkt en in de dienstensector

Slide 4 - Question ouverte

Marina heeft een uitvoerende functie en verdient € 2.100 per maand. Darius heeft een leidinggevende functie en verdient € 3.825 per maand. Bereken het inkomensverschil per jaar tussen Marina en Darius.

Slide 5 - Question ouverte

Nieuwe cao basisonderwijs
Het basisonderwijs heeft een nieuwe cao. Een van de afspraken daaruit is een loonsverhoging van 2,5% vanaf 1 januari. Annejet werkt in deeltijd op een basisschool. Ze verdiende dit jaar € 1.240 per maand. Bereken het maandloon dat ze na 1 januari krijgt.

Slide 6 - Question ouverte

Thijmen werkt in de metaal. Op 1 januari verdiende hij nog € 3.250. Maar dankzij een nieuwe cao krijgt hij er op 1 maart 2% loon bij. Op 1 oktober komt daar nog eens 1,5% bij. Bereken het maandloon van Thijmen vanaf 1 oktober.

Slide 7 - Question ouverte

Martin verdient een brutoloon van € 2.697. Elke maand betaalt hij € 630 aan belasting en € 150 aan premies. Wat is het nettoloon van Martin?

Slide 8 - Question ouverte

Ruth heeft haar loonstrookje ontvangen. Haar brutoloon is € 1.157. Ze moet € 435 aan belasting betalen en € 80 aan sociale premies. Bereken het nettoloon van Ruth.

Slide 9 - Question ouverte

Ruth haar brutoloon is € 1.157. Ze moet € 435 aan belasting betalen en € 80 aan sociale premies. Bereken het nettoloon van Ruth. Dankzij een maatregel van de overheid, gaat Ruth 5% minder belasting betalen. Bereken haar nieuwe nettoloon.

Slide 10 - Question ouverte

Dora heeft haar maandloon ontvangen. Op haar rekening is € 1.220 bijgeschreven. Dora heeft € 320 aan loonbelasting betaald en € 115 aan sociale premies. Bereken haar brutoloon.

Slide 11 - Question ouverte

Mathilde heeft een nettoloon van € 1.175. Haar brutoloon bedraagt € 1.692. Bereken welk bedrag ze aan loonbelasting en sociale premies betaalt.

Slide 12 - Question ouverte

Iris is 20 en studeert. In de vakantie werkt ze voltijds en verdient ze het minimumloon. Volgende week is Iris jarig. Bereken met hoeveel euro haar weekloon stijgt.

Slide 13 - Question ouverte

Iris, nu 21 jaar, heeft de hele maand augustus gewerkt. Bereken het maandloon dat ze ontvangt.

Slide 14 - Question ouverte

Een paar maanden na haar verjaardag vindt Iris een nieuw baantje. Daar verdient ze meer dan het minimumloon. Haar loon is maar liefst 15% hoger
dan bij haar vorige werkgever.
Bereken het nieuwe maandloon van Iris.

Slide 15 - Question ouverte

In Nederland wonen 5,5 miljoen vrouwen tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd. 3,5 miljoen van hen behoort tot de beroepsbevolking.
Bereken hoeveel procent van de vrouwen tot de beroepsbevolking hoort. Rond af op één decimaal.

Slide 16 - Question ouverte

De beroepsbevolking in de gemeente Singelland telt 43.000 mensen. De werkloosheid in deze gemeente bedraagt 5,5%. Bereken hoeveel inwoners van Singelland werkloos zijn.

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel werklozen waren er vorig jaar?

Slide 18 - Question ouverte

Met hoeveel procent daalde de werkloosheid in vergelijking met vorig jaar? Rond af op één decimaal.

Slide 19 - Question ouverte