Oefentoets paragraaf 9.3 De kabinetsformatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.

Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.

Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

Coalitiekabinet 

Verkenner

Informateur 

Compromis

Coalitiekabinet

verkenner

Formateur

Compromis

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.

Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.

Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.

1. coalitiekabinet
2. verkenner
3. informateur
4. compromis

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.

1. coalitiekabinet
2. verkenner
3. informateur
4. compromis

Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

1. coalitiekabinet
2. verkenner
3. informateur
4. compromis

Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

1. coalitiekabinet
2. verkenner
3. informateur
4. compromis

Verkenner

1. Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
2. Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.
3. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.
4. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

Informateur

1. Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
2. Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.
3. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.
4. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

coalitiekabinet

1. Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
2. Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.
3. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.
4. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

compromis

1. Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
2. Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.
3. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.
4. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.

Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.

Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident. 

Coalitiekabinet 

Regeerakkoord

Informateur 

Formateur

Coalitiekabinet

Regeerakkoord

informateur

Formateur

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.

Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.

Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident. 

Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident.

Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.

1. formateur
2. regeerakkoord
3. compromis
4. informateur

Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

1. formateur
2. regeerakkoord
3. compromis
4. informateur

Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident.

1. formateur
2. regeerakkoord
3. compromis
4. informateur

Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.

1. formateur
2. regeerakkoord
3. compromis
4. informateur

Als er Tweede Kamerverkiezingen zijn geweest wordt er geen regering tot stand gebracht.

1. juist
2. onjuist

In Nederland is er altijd één partij die de meerderheid haalt en dan alleen moet regeren.

1. juist
2. onjuist

Als partijen met elkaar samenwerken noemen we dit een coalitie.

1. juist
2. onjuist

Informateur

1. Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident.
2. Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
3. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
4. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Compromis

1. Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident.
2. Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
3. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
4. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Regeerakkoord

1. Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident.
2. Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
3. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
4. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Formateur

1. Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident.
2. Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
3. Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
4. Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.

Na de Tweede Kamerverkiezingen benoemt de Tweede Kamer een verkenner.

1. juist
2. onjuist

Een verkenner gaat kijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.

1. juist
2. onjuist

Een formateur gaat niet kijken of partijen met elkaar samen kunnen werken.

1. juist
2. onjuist

Een formateur probeert partijen uit elkaar te drijven.

1. juist
2. onjuist

De formateur wordt zelf ook minister president.

1. juist
2. onjuist