week 46 - woordenschat H1 - les 1

Welkom
woensdag 16 november
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
woensdag 16 november

Slide 1 - Diapositive

 Vandaag
Vandaag
  • H1 Woordenschat: stijlfiguren
  • Uitleg
  • Klassikaal oefenen
  • Zelfstandig werken uit studiewijzer 

  • Uitdelen schrijfopdracht
  • Bespreken summatieve toets
  • Week 48 - Les 2: formatieve opdracht woordenschat H1/H2
  • Week 49 - Les 1: boektoets

Slide 2 - Diapositive

 Vandaag
Leerdoel
Hoofdstuk 1 - paragraaf Woordenschat
  • Ik kan de stijlfiguren herhaling, tegenstelling en (verschillende soorten) opsomming herkennen en begrijpen.

Slide 3 - Diapositive

 Vandaag
Stijlfiguren en beeldspraak
  • Je kunt een tekst aantrekkelijk maken door verschillende retorische middelen in te zetten.
     
  • Een aantal retorische middelen ken je al: vergelijking, metafoor en personificatie.
     
  • Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken.
  • Beeldspraak maakt de tekst aantrekkelijker.

Slide 4 - Diapositive

Vergelijking
  • Je vergelijkt het object (de werkelijkheid) met een beeld (figuurlijk) 
  • Je zet 2 dingen naast elkaar die op elkaar lijken

Hans is zo rood als een tomaat

Slide 5 - Diapositive

Metafoor
  • Je noemt alleen het beeld en niet datgene waarnaar het verwijst
  • De vergelijking wordt dus niet uitgesproken

Zo te zien heeft die tomaat hard gesport


Slide 6 - Diapositive

Personificatie
  • Een levenloos ding, dieren of begrippen een menselijke eigenschap geven

De bomen fluisteren zachtjes haar naam

Slide 7 - Diapositive

 Vandaag
Tegenstelling
Niet in het vwo-boek, maar moet je wel kennen.

Slide 8 - Diapositive

 Vandaag
Herhaling (repetitio)
  • Ik heb zin om te dansen, ik heb zin om te springen en ik heb zin om te zingen.

  • Drommels, drommels en nog eens drommels

Slide 9 - Diapositive

 Vandaag
Opsomming (enumaratio)
  • Merel houdt van aarbeiden, kersen, frambozen en bessen, kortom: ze houdt van fruit.

  • Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder. (uit een liedtekst)

  •  In Vlaardingen heb je deelscooters van GO Sharing, Felyx en Check.

Slide 10 - Diapositive

Bijzondere opsommingen

Slide 11 - Diapositive

 Vandaag
Opsomming in drieën (vwo)
  • Een opsomming van drie woorden (vaak met het woordje en tussen de laatste woorden) die bij elkaar horen.

  • In deze gevangenis zitten alleen de ergste, gevaarlijkste en engste criminelen.

  • Ze verlangden naar vrede, vrijheid en geluk

Slide 12 - Diapositive

 Vandaag
Drieslag
  • Een vaste combinatie van een opsomming van drie woorden. Deze woorden komen altijd samen voor. Meestal zonder het woordje en.
     
  • Ik kwam, ik zag, ik overwon.

  • Met bloed, zweet en tranen.

  • Ik hou van zon, zee, strand.

Slide 13 - Diapositive

 Vandaag
Climax
  • Een opsomming van woorden die steeds sterker worden.

  • Jij bent de liefste van het land, van Europa van de wereld!

  • Je hebt goed, je hebt beter en je hebt het beste.

  • Ik heb uren, dagen, weken zitten leren voor de toets! 

Slide 14 - Diapositive

 Vandaag
Omgekeerde climax
  • Een opsomming van woorden die steeds zwakker worden.

  • In de kranten liep de mening over de film uiteen van fantastisch, geweldig, wel aardig, matig tot erg slecht.

  • Vorige week zag ik een geweldige film, nou ja hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

Slide 15 - Diapositive

Uur na uur gebeurde er niets.
A
omgekeerde climax
B
climax
C
herhaling
D
opsomming

Slide 16 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk jongetje.
A
omgekeerde climax
B
climax
C
herhaling
D
opsomming

Slide 17 - Quiz

Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
opsomming in drieën
B
climax
C
herhaling
D
opsomming

Slide 18 - Quiz

Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was niet eens een fiets, maar een pen...
A
opsomming in drieën
B
climax
C
herhaling
D
omgekeerde climax

Slide 19 - Quiz

'Nee, nee, nee!' siste moeder boos.
A
drieslag
B
climax
C
herhaling
D
omgekeerde climax

Slide 20 - Quiz

In de stille kamer knettert zij van woede.
A
tegenstelling
B
opsomming in drieën
C
herhaling
D
climx

Slide 21 - Quiz

Welk stijlfiguur heb je goed begrepen?
herhaling
tegenstelling
opsomming
opsomming in drieën
drieslag
climax
omgekeerde climax

Slide 22 - Sondage

Welk stijlfiguur heb je niet goed begrepen?
herhaling
tegenstelling
opsomming
opsomming in drieën
drieslag
climax
omgekeerde climax

Slide 23 - Sondage

 Vandaag
Studiewijzer
Week 46
VWO-boek
Maak opdr. 1, 4 en 5 van H1 Woordenschat 


HAVO-boek
Maak opdr. 1, 2 en 3 van H1 Woordenschat

Slide 24 - Diapositive