Clase 4_P1 3HV Repetir números, verbos regulares,

¡Bienvenidos a tu clase de español!
4
Hoy es viernes,
el 9 de septiembre de 2022
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a tu clase de español!
4
Hoy es viernes,
el 9 de septiembre de 2022

Slide 1 - Diapositive

Prepárate para esta clase:
Maak je klaar voor deze les...
timer
1:00
¡Importante!
- Tu portátil aún está cerrado
Je laptop is nog dicht.

- Tu móvil está apagado en y tu bolsa o mochila: 
Je mobiel is uit en in je tas.

-Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo: 
Schrift, laptop en pen heb je bij je.

-¡Haz caso y guarda el silencio!: 
 Let op! Oren open en wees stil!

Slide 2 - Diapositive

La frase del día

  • NO LO ENTIENDO  
  • (no lo enti-èndo) 
  •  => Ik begrijp het niet…

Slide 3 - Diapositive

La frase del día

  • TENGO UNA PREGUNTA  
  • (tenGo oena pree- Goen-ta)
  •  => Ik heb een vraag…

Slide 4 - Diapositive

Los objetivos de hoy

(De lesdoelen van vandaag )
Je herhaalt...
1-  ...de getallen 0-100

2- ...de regelmatige werkwoorden die eindigen op -AR, -ER en -IR

3- ... en andere stof uit de vorige lessen in quiz






Doordat je begint met herhalen van de stof uit vorig jaar, start je het 3e jaar goed...

Slide 5 - Diapositive

El programa de hoy

(Het programma van vandaag)
    A: Zelfstandig en stil werken tot: 13:30

     B: Repasar deberes ( m.n. persoonlijke 
         informatie én korte uitleg AR-ER-IR  

     C: Korte quiz met o.a.: los números,
          lidwoorden, bezittelijk voornaam-
          woord etc.

     D: OEFENEN voca 4.1, 4.2 (Quizlet)
     
     E: ¿Qué has aprendido hoy? (Afsluiting)

Slide 6 - Diapositive

¿Qué vas a hacer?: Opdrachten maken over de regelmatige w.w 
¿Qué necesitas?:  tu libro verde, ejercicios (25 t/m 35) tot p 41.
Belangrijk : lees de info over regelmatige werkwoorden en hay ser estar etc.
¿Cómo?: Tú trabajas solo / sola ; Alleen, zelfstandig werken , 15 minuten stil
¿Cuánto tiempo?: 20 minutos.
Objetivo (doel): Je oefent met deze grammatica onderdelen

He terminado la tarea ¿y ahora, qué hago?;
Klaar, en wat moet ik nu doen?
Verder leren >>>> voca 4.1 , 4.2 en ww roze blad.
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

¿Te acuerdas 
los números 
hasta 100?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Escribe en español (schrijf in het Spaans):
1. een bepaald lidwoord
2. een onbepaald lidwoord

Slide 13 - Question ouverte

EL /LA: welke uitzonderingen op de regel ken je?
Schrijf ze op en schrijf ook het meervoud op.

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf alle vraagwoorden op die je kent.
Denk aan de accenten en vraagtekens

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal in het Spaans:
1. Onze boeken
2. Jullie zussen
3. Hun rode huizen

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf de volgende getallen onder elkaar in het Spaans:

25, 14, 63, 57, 96, 38, 19, 71

Slide 17 - Question ouverte

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 18 - Question de remorquage

wie?
waarom?
(van) waar?
welke?
wanneer?
waar?
hoeveel?
Waarheen?
wat?
hoe?
¿quién? / ¿quienes?
¿por qué?
¿cuál?/¿cuales?
¿cómo?
¿cuándo?
¿dónde?
¿de dónde?
¿a dónde?
¿cuánto(s)?
¿qué?

Slide 19 - Question de remorquage

APRENDER (LEREN):
 VOCA 4.1 en 4.2
+  Regelmatige werkwoorden als HABLAR, COMER, VIVIR
Gebruik om te oefenen:
http://www.verbuga.eu/Esmi/index.html
HACER (MAKEN):
Opdracht SER: Ejercicios 36 t/m 38: p.41


Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; veel succes!

Slide 20 - Diapositive

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 21 - Diapositive