‹Revenir à la recherche

2HVa spelling pv vt

Welkom 2HVa
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2HVa

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

taalvoutje
zie jij de fout in de tekst hiernaast?

Slide 3 - Diapositive

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: betaald. Dit moet zijn: betaalt.
(Hele werkwoord: betalen; de stam: betaal)

Bron: Advertentiekronkels. Met dank aan F. Bierling


lesprogramma
  lezen (10 min)
terugblik pv vt en oefenen (20 min)
titels doorgeven
zelfstandig oefenen - Kwizl

  



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  Lesdoel:
- herhaling spelling persoonsvorm vt
- lijst met titels boekenpitch is compleet



  



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Kijk twee filmpjes over ww spelling PV VT
Maak aantekeningen tijdens de filmpjes. 
Geef antwoord op de vraag:
Hoe wordt deze tijd gevormd?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

sterke en zwakke werkwoorden
wat is het verschil?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

STERKE

werkwoorden


hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

REGELS verleden tijd

bij sterke werkwoorden


In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt


In het meervoud: schrijf op zoals het klinkt

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zien de vormen van een werkwoord in de vt eruit? (Zoek het op in je aantekeningen)

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm in de verleden tijd zwakke ww
EV
mv
ik -vorm + te / de
ik -vorm + ten / den

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zien de verschillende vormen van de pv in de verleden tijd eruit?
antwoord: twee verschillende vormen (of vier, het is maar hoe je kijkt)
Welke zijn dat?
EV
MV
ik
ik-vorm + te/de
wij
ik-vorm + ten/den
jij
ik-vorm + te/de
jullie 
ik-vorm + ten/den
hij/zij/het
ik-vorm + te/de
zij
ik-vorm + ten/den

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weet je of je een -te(n) of -de(n) moet schrijven?
gebruik: 't ex Kofschip.

ww minus -en = stam
laatste letter van de stam in 't ex kofschip? 
>> Dan schrijf je de vt met een t
laatste letter van de stam NIET in 't ex kofschip? 
>> Dan schrijf je de vt met een d

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lachen - lach              
                                 de H staat in 't ex-kofschip

lach+ te - hij lachte/ wij lachten
                            
Staat de laatste letter van de stam in
't ex-kofschip dan moet je -te of -ten gebruiken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op !

Het is nu belangrijk om eerst naar de stam  te kijken


  1. hele werkwoord verhuizen -en  = stam : verhuizen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: nee
  3. dus de(n)
  4. ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
Log in in LessonUp en doe mee! Alleen je eigen naam gebruiken....


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vt:
Hans (kleden) ...... zich aan.
A
kleede
B
kleedde
C
kleete
D
kleedte

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vt:
Hij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoordt
B
beantwoordte
C
beantwoorde
D
beantwoordde

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vt
De inbreker (bekennen) zijn misdaad.
A
bekende
B
bekendte
C
bekente
D
bekentte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vt
De Turkse minister (rijden) weg uit Rotterdam.
A
rijdde
B
rijdte
C
reed
D
reedt

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

meer oefenen
Kwizl via Bruuttaal
Er staan toetsen klaar!
Hoe kom je daar?
Kwizl klascode: R4YB9R 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bedankt voor vandaag!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

terugblik

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(Herhaling) Hoeveel verschillende vormen kent de pv in de tegenwoordige tijd?
antwoord: drie
Welke zijn dat?
EV
MV
ik
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe spel je de pv in de tegenwoordige tijd?
  1. Zoek het hele werkwoord.
  2. Haal -en eraf, want dan heb je de stam. Soms kleine wijziging om daar de ik-vorm van te maken.
  3.             
EV
MV
ik
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je de verschillende vormen  in de tegenwoordige tijd?
EV
MV
ik,
... jij
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je die verschillende vormen in de tegenwoordige tijd?
  1. Gebruik het werkwoord lopen als voorbeeld.
            Ik loop (=ik-vorm)   → ik-vorm
           Jij loopt / Loop jij?   → ik-vorm +t / ik-vorm
            Hij/zij/ het loopt      → ik-vorm +t
            Wij/jullie/zij lopen  → hele werkwoord                

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voltooid deelwoord?
  • voltooid = wanneer iets is afgerond, het is gebeurd of gedaan
  • het is herkenbaar doordat het voorafgegaan is of wordt gevolgd door een hulpwerkwoord; hebben, zijn, of worden.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo schrijf je een voltooid deelwoord (vd)
  • schrijf het zoals je het hoort, zo eenvoudig mogelijk
  •  gebruik de verlengproef om te weten of de laatste letter een t of d moet zijn
  • vorm: ge + ik-vorm + t/d
  • Twijfel tussen d of t? Gebruik 't ex-kofschip 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
  • scheidbare ww krijgen bij het VD -ge ín het woord.
    Vb: Moet ww spelling volgens jou worden afgeschaft?
  • sommige samengestelde ww zijn niet scheidbaar, het vd krijgt dan ge- ervóór. 
    Vb: Op dit terrein heb ik vroeger gehandbald.
  • werkwoorden die al beginnen met ge-, be-, ver-, ont- en er- krijgen geen extra voorvoegsel.
    Vb: De koploper heeft zijn voorsprong vergroot.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

- Leçon avec 27 diapositives par SCORE Nederlands vo/mbo
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mboSCORE Nederlands vo/mbo

2HVb spelling pv vt

- Leçon avec 32 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen

- Leçon avec 42 diapositives
NederlandsPrimary EducationAge 7

2HVb spelling ww als bn 2de ronde boekenpitch

- Leçon avec 34 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

2HVa spelling ww als bn 2de ronde boekenpitch

- Leçon avec 35 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

T1A pv tt + sterke ww

- Leçon avec 38 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

2HVb spelling Engelse ww 1ste ronde boekenpitch

- Leçon avec 36 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

2HVa spelling Engelse ww 1ste ronde boekenpitch

- Leçon avec 36 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2