dipper (blz 33 , geluk voor kinderen)

De Dipper is een vogel
Teken eens hoe jij denkt dat hij eruit ziet
Je krijgt 3 min.
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De Dipper is een vogel
Teken eens hoe jij denkt dat hij eruit ziet
Je krijgt 3 min.

Slide 1 - Question ouverte

Dipper trekt met zijn bek aan zijn staart. En nog eens. En nog eens. "Ik wil een lange staart", zegt hij. "Stop daarmee!"roept zijn mama. "Dippers hebben een korte staart. Kijk maar naar mijn staart: kort en zwart".
Wie is "ik" in regel 4?
A
Dipper
B
mama
C
een zwarte vogel
D
papa

Slide 2 - Quiz

Dipper trekt met zijn bek aan zijn staart. En nog eens. En nog eens. "Ik wil een lange staart", zegt hij. "Stop daarmee!"roept zijn mama. "Dippers hebben een korte staart. Kijk maar naar mijn staart: kort en zwart". Bekijk je tekening en pas aan.

Slide 3 - Question ouverte


Slide 4 - Question ouverte

"Maar ik wil een lange staart", zegt Dipper. "Met veel kleuren: geel en rood en groen!"Hij stampt met zijn korte pootjes in de plas. Plets plets plets. Zijn veren worden nat. "En ik wil een lange bek en lange poten." Is hij tevreden, waarom wel/niet?

Slide 5 - Question ouverte

Mama zucht. Ze kijkt naar haar eigen korte poten, korte bek, korte staart en zwarte veren. "mooi", zegt ze.
Welke zin klopt niet?
Kijk dan nog even naar je tekening.
A
Een Dipper is een klein vogeltje.
B
Een Dipper heeft zwarte veren.
C
Een Dipper heeft korte poten.
D
Een Dipper heeft een lange bek.

Slide 6 - Quiz

Dipper kijkt naar boven. Hoog in de wolken vliegen grote vogels. Hun vleugels lijken op vlaggen in de wind. Flapperdeflap. Dipper strekt zijn eigen vleugels uit. Die zijn niet groter dan een zakdoek. Een kleine zakdoek.
Waar lijken de vleugels op van de vogels die overvliegen?
A
op een zakdoek
B
op een kleine zakdoek
C
op vlaggen
D
op windmolentjes

Slide 7 - Quiz

Lees: Hij klappert met zijn vleugels en vliegt over het gras. Maar Dipper wil hoger vliegen. Veel hoger. Tot boven de wolken. Hij klappert nog harder.

Slide 8 - Question ouverte

Wat wil Dipper?

Slide 9 - Carte mentale

Wat denk je wat er gaat gebeuren?

Slide 10 - Carte mentale

Dan valt hij pardoes naar beneden, in de rivier naast de boom. Hij vindt gelukkig een steen en kruipt erop.
Wie is hij?
A
Dipper
B
mama
C
een grote vogel
D
papa

Slide 11 - Quiz

Lees goed hardop mee!
Daar zit hij dan, midden in de rivier op een natte steen. Dipper steekt zijn hoofd in het water. Daar ziet hij een grote roze vis voorbij zwemmen. "Zo'n vis wil ik ook zijn!" zegt hij. "Een grote roze vis die heel hard kan zwemmen." Hij klappert met zijn vleugels in het water. De grote vis zwemt heel snel weg.

Slide 12 - Diapositive

Waarom zwemt de grote vis snel weg?

Slide 13 - Carte mentale

Dipper ziet dan een kleine garnaal. Hij duikt in het water en zoeft hem achterna. Hap! De garnaal zwemt in zijn bek. Mmm lekker!
Waar vinden Dippers hun eten?

A
op de grond langs het water
B
in het water
C
boven in de lucht
D
tussen de keien

Slide 14 - Quiz