elasticiteit en omzet

Elasticiteit en omzet
De waarde van de elasticiteit zegt iets over of de omzet zal toe- of afnemen bij een prijsstijging of –daling.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Elasticiteit en omzet
De waarde van de elasticiteit zegt iets over of de omzet zal toe- of afnemen bij een prijsstijging of –daling.

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld 1
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.




Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld 1
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.




De omzet daalt als de prijs stijgt

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld 2
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld 2
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.




De omzet stijgt als de prijs stijgt. 

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 3
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was € 10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld 3
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.




De omzet stijgt als de prijs daalt

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld 4
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld 4
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.




De omzet daalt als de prijs daalt 

Slide 9 - Diapositive

Probeer de tekst van de volgende vragen in te vullen

Zet iedere keer de letter neer en je antwoord er achter:
A .....
B .....

Slide 10 - Diapositive

De omzet daalt, want de gevraagde hoeveelheid zal procentueel meer afnemen dan dat de prijs procentueel stijgt.
Dit komt omdat er sprake is van een elastische vraag.

Bij een elastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een .........................A.............................. van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs ....................B.................... is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.

Slide 11 - Question ouverte

Bij een inelastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een ....................A..................... van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs .................B.................... is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.

Slide 12 - Question ouverte

Bij een inelastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een ........................A......................... van de omzet, omdat de procentuele daling van de prijs ...................B.................... is dan de procentuele stijging van de gevraagde hoeveelheid.

Slide 13 - Question ouverte

Bij een elastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een ...............A............. van de omzet, omdat ............B.................... .............................................................................................................................................................................................................................................................................................

Slide 14 - Question ouverte