VWO 2 Unit 1

VWO 2 Unit 1
voorbereiding op de toets



Yara Willemsen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

VWO 2 Unit 1
voorbereiding op de toets



Yara Willemsen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Doelen van de les
  • kort woordjes herhalen/overhoren
  • korte uitleg grammatica (present simple, present continuous, all/every/each, genetive, used to)
  • tijd over? Kahoot -> over grammatica ;)
  • feedback voor mij

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les heb ik gewerkt aan:

  •  het herhalen van de woorden
  •  de Present Simple
  •  de Present Continuous
  • All/every/each
  • genetive
  • used to

Slide 3 - Diapositive

woorden Unit 1
5 woorden NL - EN
5 woorden EN - NL
(alle woorden komen uit jullie boek)

Slide 4 - Diapositive

klein
A
tall
B
short
C
sweet
D
slim

Slide 5 - Quiz

modieus
A
fashionable
B
glamorous
C
vegetarian
D
athletic

Slide 6 - Quiz

bejaarde
A
beard
B
depressed
C
elderly
D
youthful

Slide 7 - Quiz

boerenkool
A
banana
B
kale
C
onion
D
tuna

Slide 8 - Quiz

spek
A
beef
B
chocolate
C
salmon
D
bacon

Slide 9 - Quiz

grumpy
A
knorrig
B
gezet
C
vol
D
spits

Slide 10 - Quiz

to grow old
A
grijs worden
B
er onverzorgd uitzien
C
oud worden
D
middelbare leeftijd

Slide 11 - Quiz

chewy
A
vissoep
B
taai, stevig
C
smaak
D
garnaal

Slide 12 - Quiz

spicy
A
pikant; pittig
B
bevroren
C
krokant
D
gezouten

Slide 13 - Quiz

capital
A
gebied
B
grens
C
hoofdstad
D
grot

Slide 14 - Quiz

Present Simple
Present Simple
  • feiten
  • gewoonten
  • regelmatige gebeurtenissen

he/she/it  -s achter het werkwoord

Slide 15 - Diapositive

Present Continuous
vorm 'to be' + werkwoord
+ 'ing'

  • tijdelijke situaties
  •  iets wat bezig is op het moment
        dat je het verteld
  •  irritatie uitdrukken (always, forever, constantly)


Slide 16 - Diapositive

all / every / each
all -> hele groep (altijd meervoud)

every -> legt nadruk op 
afzonderlijke onderdelen van
de groep (altijd enkelvoud)

each -> legt nóg meer nadruk (altijd enkelvoud)

Slide 17 - Diapositive

genetive ('s)
  • geeft bezit aan
  • personen (of dieren) enkelvoud: 'S
"the boy's phone"    "James's bicycle"
  •  personen (of dieren) meervoud: alleen ' 
"my brothers' books"    "our dogs' beds"
  • uitdrukkingen van tijd enkelvoud: 's
  • uitdrukkingen van tijd meervoud: alleen '

Slide 18 - Diapositive

Used to
  • Iets wat vroeger zo was, maar nu niet meer
"John and Vicky used to be married."
  • een gewoonte uit het verleden
"They used to fight all the time."

LET OP! Bij ontkenningen en vragen gebruik je  use to (zonder -d)

Slide 19 - Diapositive

KAHOOT!

Slide 20 - Diapositive

Feedback voor mij

Slide 21 - Question ouverte

Klaar :) dat was mijn les
bedankt voor het luisteren en meedoen

Slide 22 - Diapositive