3.2 brillen

3.2 brillen
1. Je kent de verschillende onderdelen van het oog en weet de bijbehorende functies
2. Je weet hoe en waarmee het netvlies de prikkels omzet in impulsen
3. Je weet hoe de kegeltjes en staafjes ervoor zorgen dat wij scherp kunnen zien en alle kleuren kunnen waarnemen.
4. Je weet hoe de pupilreflex werkt en hoe de lengte- en kringspieren samenwerken
5. Je weet hoe je oog accommodeert zodat je alles scherp kunt zien.
 6. Je kent de oogafwijkingen en de bijbehorende bril
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.2 brillen
1. Je kent de verschillende onderdelen van het oog en weet de bijbehorende functies
2. Je weet hoe en waarmee het netvlies de prikkels omzet in impulsen
3. Je weet hoe de kegeltjes en staafjes ervoor zorgen dat wij scherp kunnen zien en alle kleuren kunnen waarnemen.
4. Je weet hoe de pupilreflex werkt en hoe de lengte- en kringspieren samenwerken
5. Je weet hoe je oog accommodeert zodat je alles scherp kunt zien.
 6. Je kent de oogafwijkingen en de bijbehorende bril

Slide 1 - Diapositive

Planning
herhalen eerste leerdoelen
uitleg lens accommoderen + brillen 
afmaken 3.2 
- keuze verwerking 3.1 + 3.2 

Slide 2 - Diapositive

Pupil
Vaatvlies
Netvlies
Gele vlek
Oogzenuw
Blinde vlek
oogspier
hoornvlies

Slide 3 - Question de remorquage

Bolle lens
Platte lens
Biologieboek 
Berg
het bord
nagels bij het nagellakken

Slide 4 - Question de remorquage

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe stellen je ogen scherp?
dichtbij kijken
Veraf kijken
platte lens
bolle lens
slappe lensbandjes
strakke lensbandjes
samengetrokkken accomodatiespier
ontspannen accomodatiespier

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe gingen deze vragen?
heel goed, ik ken dit al redelijk
moah, ik weet dit allemaal niet
ik vind dit heel moeilijk
ik ken dit heel slecht

Slide 8 - Sondage

straks: zelfstandig werken
  • afmaken 3.2
  • nakijken 3.2 
  • evt extra uitleg: https://www.youtube.com/watch?v=iv43ruaNmto 
    bril: https://www.youtube.com/watch?v=qFW4lsO1MM4 

keuze:
- flashkaartjes maken 3.1/3.2
- samengevat (WB) maken 
- samenvatting maken 
- overkijken + oefentoets lessonup maken. 

Slide 9 - Diapositive

verziend                  bijziend      

Slide 10 - Diapositive

Verziendheid: welke lens werkt er goed?
2
1

Slide 11 - Diapositive

Bijziendheid
1

Slide 12 - Diapositive

Een bril?
Korte oogbol / lens niet bol genoeg  = verziend 
-->  bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol / lens niet plat genoeg = bijziend 
--> holle lenzen (-)

Slide 13 - Diapositive

Vincent heeft -5,5 als brilsterkte. In welke situatie moet hij een bril op?
A
Als hij moet autorijden
B
bij het lezen van een boek
C
een mentorgesprek
D
schilderen

Slide 14 - Quiz

Adam heeft +3 als brilsterkte. In welke situatie moet hij een bril op?
A
Als hij moet autorijden
B
bergwandelen
C
een mentorgesprek
D
schilderen

Slide 15 - Quiz

zelfstandig werken
  • afmaken 3.2
  • nakijken 3.2 
  • evt extra uitleg: https://www.youtube.com/watch?v=iv43ruaNmto 
    bril: https://www.youtube.com/watch?v=qFW4lsO1MM4 

keuze:
- flashkaartjes maken 3.1/3.2
- samengevat (WB) maken 
- samenvatting maken 
- overkijken + oefentoets lessonup maken. 

Slide 16 - Diapositive