Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat is geen rijk?
A
Archaea
B
Protisten
C
Eukaryoten
D
Mensen
Slide 21 - Quiz
Domein->Rijk->Stam->Klasse->1->2->3->4 Wat moet er op 1 staan?
A
Orde
B
Familie
C
Geslacht
D
Soort
Slide 22 - Quiz
Welke beweringen zijn juist? 1. De cellen van schimmels hebben een celkern 2. Om de cellen van schimmels bevinden zich celwanden
A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen één
Slide 23 - Quiz
naam voor eencellige organismen zonder celkern, omgeven door een celwand zonder bladgroenkorrels
A
plantencel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel
Slide 24 - Quiz
Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant
Slide 25 - Question de remorquage
- ja, een celkern - ja, een celwand - ja, bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier
Slide 26 - Quiz
Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel
Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie
Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel
Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel
Cel 2: plantaardige cel
Slide 27 - Quiz
Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 28 - Quiz
Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 29 - Quiz
De cellen van dit organisme hebben
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 30 - Quiz
Tijdschaal: Sleep op volgorde
eerste
dieren
eerste
landdieren
heel eenvoudige vorm van leven
eerste
mensachtige
eerste
eencellige
planten
eerste
bacteriën
eerste
landplanten
Slide 31 - Question de remorquage
De eerste eenvoudige vormen van leven:
A
dierlijke organismen
B
eencelligen
C
plantaardige organismen
D
schimmels
Slide 32 - Quiz
Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond
Slide 33 - Quiz
Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee
Slide 34 - Quiz
De gevolgen van de inslag van de meteoriet..... Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht
Slide 35 - Quiz
Mensen leven in het tijdperk ..1... in de periode ..2..
A
1. Cenozoïcum
2. Kwartair
B
1. Cenozoïcum
2. Tertiair
C
1. Cenozoïcum
2. Holoceen
D
1. Cenozoïcum
2. Pleistoceen
Slide 36 - Quiz
De eerste landplanten verschenen ongeveer 500 miljoen jaar geleden
A
Tijdperk Paleozoïcum
B
Tijdperk Perm
C
Periode Perm
D
Tijdperk Mesozoïcum
Slide 37 - Quiz
De eerste Insecten maakten hun bloeitijd 300 miljoen jaar geleden door. Dat begon tijdens de periode.....
A
Perm
B
Devoon
C
Carboon
D
Paleozoïcum
Slide 38 - Quiz
Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van twee soorten leefde, hoe ..... vul in ...... de soorten verwant zijn.
A
minder
B
meer
C
meer of minder
D
dat weet je niet
Slide 39 - Quiz
Varens hebben zich ontwikkeld uit:
A
bruinwieren
B
groenwieren
C
roodwieren
D
naaktzadigen
Slide 40 - Quiz
In de afbeelding is in een stamboom weergegeven hoe verschillende groepen roofdieren zich volgens de evolutietheorie hebben ontwikkeld Drie groepen roofdieren zijn: de hondachtigen, de wasbeerachtigen en de zeehonden. Aan welke van deze groepen zijn de beren het meest verwant volgens de informatie?
A
aan de hondachtigen
B
aan de wasbeerachtigen
C
aan de zeehonden
D
aan de mangoesten
Slide 41 - Quiz
Stamboom slangen. Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7
Slide 42 - Quiz
Stamboom slangen. Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6
Slide 43 - Quiz
Stamboom slangen.
Welk soort is uitgestorven?
A
1
B
7
C
4
D
6
Slide 44 - Quiz
Stamboom slangen.
Welk soorten hebben giftanden
A
1, 2 en 5
B
1, 2, 3, 4, 6
C
alleen soort 5
D
5 en 6
Slide 45 - Quiz
1. Verwantschap : Soorten hebben een gemeenschappelijke voorouder 2. Geologische tijdschaal: Weergave van de tijd sinds het ontstaan van de aarde, onderverdeeld in tijdperken
A
1: waar
2: nietwaar
B
1: nietwaar
2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 46 - Quiz
Levensvormen op de juiste volgorde. Van oud naar jong
A
waterdieren - landdieren - landplanten - mensen
B
landplanten - waterdieren
landdieren - mensen
C
waterdieren - landplanten -
landdieren - mensen
D
mensen - landdieren - landplanten - waterdieren
Slide 47 - Quiz
Welke is/zijn juist? 1. Cebochoerus is de voorouder van alle varkensachtigen. 2. Het wild zwijn is meer verwant aan het hertzwijn dan aan het gewoon wrattenzwijn.
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 : waar
2: niet waar
D
1: niet waar
2: waar
Slide 48 - Quiz
Geef de naam van het tijdperk waarin Microstonyx is uitgestorven.
Toen de aardkorst voldoende was afgekoeld, ontstond de oerzee. Allerlei stoffen mengden zich in het water. 3 Miljard jaar geleden kwam er leven in de oceanen / zeeën. Het bestond maar uit 1 cel, later ontstonden meercelligen. Het leven groeide uit tot miljoenen verschillende levensvormen.
A
Mioceen
B
Plioceen
C
Heloceen
D
Pleistoceen
Slide 49 - Quiz
Hoeveel miljoen jaar geleden begon de ontwikkeling van de apen van de oude wereld als aparte groep volgens de gegevens in de stamboom?
A
35 miljoen jaar geleden
B
37 miljoen jaar geleden
C
43 miljoen jaar geleden
D
25 miljoen jaar geleden
Slide 50 - Quiz
Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?