schrijven van een betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Argumenten

Je gebruikt argumenten om anderen te overtuigen van je

mening. Dat overtuigen kan mondeling – in een gesprek,

discussie of debat – of op papier.

In allerlei situaties – thuis, op school of op het werk – moet je

kunnen vertellen wat je van iets vindt en waarom. Het is dus

belangrijk goed te kunnen argumenteren.

Mening

Je geeft je mening ergens over

Voorbeelden

Ik denk dat we beter niet naar het schoolfeest kunnen gaan.

Zonder begeleiding in zee gaan duiken is volgens mij erg onverstandig.

Ik vind dat de meeste docenten geen verstand van muziek

hebben.

herkennen: ik vind, volgens mij, ik denk dat, 

je kunt dit herkennen aan de signaalwoorden: 

ik vind, volgens mij, ik denk dat. Deze ga je ook gebruiken in je betoog

Een betoog schrijven

• In een betoog geef je je mening over een onderwerp. 
• Je wilt de lezer overtuigen van jouw mening. 
• Je gebruikt hiervoor argumenten.

Inleiding van een betoog

In de inleiding van een betoog introduceer je, net als in alle andere teksten, het onderwerp. Dit kun je op verschillende manieren doen. Je kunt een situatie schetsen over het onderwerp, je kunt een actuele gebeurtenis noemen die met het onderwerp te maken heeft of je kunt een anekdote (grappig, kort verhaaltje) vertellen over het onderwerp. Door je onderwerp op een leuke manier in te leiden, hou je de tekst levendig en interessant voor je lezer. In de laatste regel zet je je EIGEN MENING

Kern

- je schrijft  als eerste een argument met daarbij een signaalwoord. Het eerste argument is het sterkste argument. Dit is dan ook gelijk de kernzin, de belangrijkste zin

- per alinea krijg je een nieuw argument. In totaal heb je drie argumenten.
-  als je een argument hebt gegeven, ga je deze toelichten door een uitleg te geven of een voorbeeld denk hierbij aan de 5 WH vragen. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Een betoog schrijven

Korte en lange zinnen

• Een tekst lees prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt.
• Je kunt bijvoorbeeld verwijswoorden, synoniemen, of omschrijvingen gebruiken. 

Voegwoorden

• Voegwoorden gebruik je om twee zinnen aan elkaar te plakken (samen te voegen).
• Voorbeelden van voegwoorden zijn: maar, want, omdat, en, of

Ga jij met de bus of ga jij met de fiets?

Ik ga liever met de bus, want dan word ik niet moe.

Hoe pak ik dit aan

je krijgt een stelling:

Het is onzin dat leerlingen hun telefoon uit moeten zetten tijdens de les

Betoog schrijven; inleiding

Waar let je op?

Betoog schrijven; inleiding

De aanleiding voor het schrijven van deze tekst;

Wat gebeurt er om je heen?

Het onderwerp van de tekst;

Dit kan je samen nemen met de aanleiding.

Jouw standpunt/mening over het onderwerp van de tekst;

Naar mijn mening … / Als je het mij vraagt … / Ik vind …

Let op: de argumenten (want / omdat) komen pas in het middenstuk.

Betoog schrijven; voorbeeld

“Eindelijk, de vaccins zijn er! We kunnen dus beginnen met het inenten van Nederland. Dat de zorgmedewerkers als eerst mogen, snap ik helemaal. Zij zijn de mensen die ons door deze tijd moeten helpen. Maar geldt dat ook niet voor docenten? Zij moeten van de regering, ook tijdens de lockdown, op school blijven lesgeven. En toch staan ze niet bovenaan de vaccinatielijst. Is dat niet gek? Wat mij betreft horen docenten na het zorgpersoneel snel gevaccineerd te worden.” 

Betoog schrijven; aanleiding

Het volgende gedeelte bevat de aanleiding en het onderwerp:

“Eindelijk, de vaccins zijn er! We kunnen dus beginnen met het inenten van Nederland. Dat de zorgmedewerkers als eerst mogen, snap ik helemaal. Zij zijn de mensen die ons door deze tijd moeten helpen. Maar geldt dat ook niet voor docenten? Zij moeten van de regering, ook tijdens de lockdown, op school blijven lesgeven. En toch staan ze niet bovenaan de vaccinatielijst. 

Betoog schrijven; standpunt

Het volgende gedeelte bevat het standpunt:

Is dat niet gek? Wat mij betreft horen docenten na het zorgpersoneel snel gevaccineerd te worden.” 

Mening en argumenten

Leg uit dat iets in het belang is van jou en van je lezers. Bijvoorbeeld:

Mijn mening is dat de controle op het fietsenhok verscherpt moet worden, want er worden vaak fietsen vernield of gestolen.

Wat vind je van deze stelling?

Dit is je mening

Waarom vind je dit?

Dit zijn je argumenten je bedenkt drie redenen waarom je dit vindt.

pak je bouwplan erbij

Het is onzin dat leerlingen hun telefoon uit moeten zetten tijdens de les

schrijf je mening op het bouwplan 

bij alinea1

bedenk drie argumenten