EWS/SBARR--> AFP

Vandaag 
EWS 

 SBARR
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vandaag 
EWS 

 SBARR

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zitten we erbij vandaag?
A
Goed, alles op orde
B
Redelijk
C
Erg druk
D
Niet zo goed

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend EWS en SBARR?

Slide 3 - Question ouverte

EWS-score - Early Warning System

Betekenis SBARR
SBAR staat voor:
Situation (situatie)
Background (achtergrond)
Assesment (beoordeling)
Reccommendation (aanbeveling)
Leerdoelen
  • Je kan aangeven wat EWS en SBAR betekend
  • Je kan het doel van deze redeneerhulpen uitleggen
  • Je kan de redeneerhulpen aan de hand van een casus toepassen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EWS
Early Warning Scale/Vroege Signalerings Score

- Brengt patient qua vitale functies in beeld

- Erkent Niet-pluis gevoel verpleegkundige

- Praat plaatje met de dokter

- ABCDE beoordeling

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wordt de SBARR op de afdeling waar jij werkt gebruikt en wat vindt je ervan?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verzorgende vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

EINDE

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Je komt een patienten kamer en ziet mw de Jonge op de grond liggen. Ze komt versuft over. Ook is ze flink aan het transpireren en is ze trillerig.
Mw is bekend met Diabetes type 2 waarvoor ze 3 x daags insuline spuit. Je meet de controle's RR 95-50. P 90 T 37.2. AH 18 Blds 2.3

Je belt de huisarts. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Mw Kleine is zojuist bevallen van haar eerste kind. Echter blijft de placenta zitten. In tussen tijd is ze hevig aan het vloeien. Je zit al bijna op een liter bloedverlies.  Mw raak wat suf. RR 90-50 P 120 T 36.8. AH 20 De baarmoeder contraheert niet goed. De verloskundige vraagt jou om een verpleegkundige te bellen voor assistentie.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Mw Smit krijgt antibiotica tegen urineweginfectie. Jij geef haar de medicatie. Na een aantal minuten geeft ze aan erg duizelig en onrustig te zijn. Krijgt jeuk en rode vlekken. Ook zie je haar gezicht opzwellen. RR 80-50 P 120 T 37.1 AH: 20 oppervlakkig.
Jij vertrouwt het niet en belt de huisarts. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions