V3 - grammatica zinsdelen H3 beknopte bijzin

WELKOM
Doe je tas van tafel.

Leg je iPad gesloten op tafel

Wacht rustig tot ik begin
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
Doe je tas van tafel.

Leg je iPad gesloten op tafel

Wacht rustig tot ik begin

Slide 1 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 3: beknopte bijzinnen

Slide 2 - Diapositive

WELKOM
Doe je tas van tafel.

Leg je iPad gesloten op tafel

Wacht rustig tot ik begin

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel 
Je leert wat een beknopte bijzin is.
Je kunt het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen. 

Slide 4 - Diapositive

Startopdracht: In het zinsdeel tussen haakjes staat geen onderwerp. Hoe kun je het onderwerp toch vaststellen?

"[Luid scheldend op zijn coach] liep Max de kleedkamer uit."

Slide 5 - Question ouverte

Theorie - deel 1
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 6 - Diapositive

Theorie - deel 2
  • Onderwerp en persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 7 - Diapositive

Theorie - deel 3 - herkennen beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 8 - Diapositive

Loerend op haar prooi sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quiz

Heeft Camilla je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quiz

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 11 - Quiz

Een beknopte bijzin heeft een onderwerp.
A
juist
B
niet juist

Slide 12 - Quiz

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de basketballer zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 13 - Quiz

De lerares waarschuwde haar leerlingen op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 14 - Quiz

Wanneer is een beknopte bijzin fout?
A
Als er een pv en ow in staan.
B
Als de ow niet overeenkomen.
C
Als er geen pv en ow in staan.
D
Als het getal van de ow verschilt.

Slide 15 - Quiz

Wat laat je weg in een beknopte bijzin?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Persoonsvorm en onderwerp
D
Werkwoorden

Slide 16 - Quiz

Welke beknopte bijzin is correct?
A
Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
B
Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.
C
Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
D
Na fraude te hebben geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.

Slide 17 - Quiz

Maak af of als huiswerk:
Grammatica H3 blz 98
Opdracht 1, 3, 4

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Maak:
 * H1 persoonsvorm tegenwoordige tijd:
startopdracht + opdracht 1, 3, en 4

* Bewaar je vragen voor straks, sla over en werk verder.
Klaar?
Je kunt verder oefenen bij 'extra opdrachten' en dan 'spelling werkwoorden'.
OF je gaat verder met een van de andere onderwerpen.


timer
10:00
= Zelfstandig
in absolute stilte

Slide 19 - Diapositive