Overige variabele kosten, 26-2-2020, 10:00-11:30

• Basiscalculaties
• MBO
• Studiejaar 1

Planning voor de les:

5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor

10 minuten : voorkennis

5 minuten: leerdoelen en huiswerk

10 minuten: uitleg 

5 minuten: PAUZE

40 minuten: aan het werk!

15 minuten: leerdoelen testen

Break-even: homogeen

Break-even: heterogeen

Bruto winst = verkoopprijs - inkoopprijs

Opdracht

André heeft een groothandel in automaterialen.
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt gemiddeld 65% van de omzet.  André heeft jaarlijks de volgende vaste kosten: 

- Huur en overige huisvestingskosten € 55.000,– 

- Personeelskosten € 42.000,–

- Afschrijvingskosten 10% per jaar van de aanschafwaarde van de inventaris van € 75.000,–.

- De restwaarde van de inventaris wordt geschat op € 15.000,-.

- De rente kosten 6,5% over het geïnvesteerd vermogen van € 45.000,-.

- De overige vaste kosten zulle € 17.000,– bedragen.

a. Bereken de jaarlijkse vaste kosten van André.

Uitwerking

b. Bereken de break even omzet van André.

Uitwerking

Leerdoelen:

1. Je kan de break-even omzet berekenen met overige variabele kosten.

HUISWERK: opdracht 19 t/m 22, 

par. 1.4,

BREAK-EVEN

Overige variabele kosten

Berekening

Voorbeeld

Een verzekeraar heeft drie vestigingen in het land en heeft een omzet van € 2.750.000,- per jaar.

De vaste kosten bedragen € 645.000,- per jaar, bestaande uit personeelskosten en huisvesting.

Naast deze vaste kosten maakt de verzekeraar ook nog de nodige kosten die te maken hebben met het bezoeken van klanten, het opmaken van de polissen etc.

Deze variabele kosten bedragen 3% van de omzet.

De verzekeraar werkt niet zo zeer met een brutowinstpercentage maar met een opslag op de basispremie per afgesloten verzekering. Omgerekend in procenten, bedraagt deze 35% van de omzet.

Uitwerking

De verzekeraar kan nu als volgt de break-even omzet berekenen:

Controleberekening:

Nettowinst

5 minuten PAUZE

Aan de slag!

Wat? Opdrachten 19 t/m 22, par 1.4

Hoe? Aan de hand van het stoplicht.

Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot 15 minuten voor het einde van de les.

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

Opdracht

Een reclamebureau heeft in 2011 een omzet behaald van € 411.145,- inclusief 19% BTW.

De vaste kosten bedroegen € 131.275,-, terwijl de overige variabele kosten 7,5% van de omzet waren. Het reclamebureau calculeert met een brutowinstpercentage van 52% van de omzet.

Voor 2016 verwacht men een omzetdaling van 5%.

Daarom voert men een bezuiniging op de vaste kosten door van 12%.

De variabele kosten zullen 7,5% van de omzet blijven, en ook de brutowinst zal met 52% onveranderd blijven.

Let op: In 2011 bedroeg de BTW 19%.

a. Bereken de break-even omzet in 2011.

Uitwerking

a. € 131.275,- / (52 – 7,5) x 100 = € 295.000,-

b. Bereken de nettowinst in 2011.

Uitwerking

c. Bereken de break-even omzet voor 2016.

Uitwerking

c. BEO 2016

Bezuiniging vaste kosten 12%  € 131.275 x 0,85 = € 115.522,-

€ 115.522,- / ( 52 – 7,5) x 100 = € 259.600,-.

d. Bereken de nettowinst in 2011.

Uitwerking