Les 5 verwijswoorden + feedback opdr. 1 + opdracht 2 schrijfdossier

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* terugblik vorige les 

* opdr. 2 schrijfdossier

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* een alinea schrijven.

* verwijswoorden correct gebruiken.

Vorige les; verwijswoorden

Vraag; schrijf op in je schrift

1. Bij vrouwelijke woorden gebruik je de verwijswoorden 'deze' en 'die'. Juist of onjuist?
2. Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden (onzijdige woorden)?
3. Wanneer gebruik je hen als verwijswoord?

Antwoorden

1. Juist
2. dit / dat / het / zijn 
3. Bij meervoud; na een voorzetsel of bij een lv

Formuleren; verwijswoorden

Zelfstandig naamwoorden:

• een woord voor een mens, dier, plant of ding.
• Verwijswoorden: verwijzen naar een (eerdergenoemd) zn.

Naar zelfstandig naamwoorden	verwijs je met pers.vnw en bez.vnw:	en aanw.vnw:
mannelijk enkelvoud	hij, hem, zijn	deze, die
vrouwelijk enkelvoud	zij, ze, haar	deze, die
onzijdig enkelvoud	het, zijn	dit, dat
meervoud	zij, ze, hen, hun	deze, die

Schrijfdossier

Pak een laptop en open jouw schrijfdossier.

Feedback

1. Je geeft feedback aan een klasgenoot op de tekst van opdracht 1.
   
2. Je krijgt feedback van een klasgenoot op jouw tekst van opdracht 1.
3. Je past, indien nodig jouw tekst aan o.b.v. de gekregen feedback.

Opdracht 2 Creatief schrijven

Je hebt een plaats en een voorwerp uit het lijstje in je opdrachtenboek gekozen. 

Schrijf nu een verhaal van 200 - 250 woorden.

Gebruik minimaal 10 verwijswoorden en onderstreep deze.

Pak een laptop en maak opdracht 2 (verder af).

Klaar? Maak het huiswerk voor morgen (af); Taalverzorging par. E en F. Zie Plenda voor de exacte opdrachten.

Huiswerk

Vr 19-04:

OB Taalverzorging 

par. E: maken opdr. 3 t/m 5

par. F: maken opdr. 2 en 3