Escape the Exam: Een Engelse examenbegrippen escaperoom

Escape the Exam: Een Engelse examenbegrippen escaperoom
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Escape the Exam: Een Engelse examenbegrippen escaperoom

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste begrippen van het Engelse examen benoemen en toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet jij al over Engelse examenbegrippen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Introductie
Je zit opgesloten in een lokaal en moet aan de hand van raadsels en puzzels ontsnappen. Weet jij genoeg van de Engelse examenbegrippen om te ontsnappen?

Slide 4 - Diapositive

Leg aan de leerlingen uit wat een escaperoom is en wat de bedoeling is.
Begrip 1: Text types
Verschillende soorten teksten hebben verschillende kenmerken. Zo heeft een krantenartikel een andere opbouw dan een gedicht. Dit noemen we text types.

Slide 5 - Diapositive

Bespreek de verschillende soorten teksten en hun kenmerken.
Begrip 2: Sentence structure
De zinsopbouw in het Engels is anders dan in het Nederlands. Zo staat het werkwoord altijd vooraan in een vraagzin.

Slide 6 - Diapositive

Leg de verschillen tussen de Nederlandse en Engelse zinsopbouw uit.
Begrip 3: Vocabulary
Dit zijn alle woorden die je kent in een taal. Bij het Engelse examen is het belangrijk dat je een goede woordenschat hebt.

Slide 7 - Diapositive

Praat met de leerlingen over het belang van een goede woordenschat en hoe je deze kunt vergroten.
Begrip 4: Grammar
De regels van een taal die bepalen hoe je woorden en zinnen moet vormen. Bij het Engelse examen moet je de grammatica goed beheersen.

Slide 8 - Diapositive

Leg de belangrijkste grammaticaregels uit en oefen met de leerlingen.
Begrip 5: Reading comprehension
Dit is het begrijpen van een geschreven tekst. Bij het Engelse examen moet je teksten kunnen begrijpen en er vragen over kunnen beantwoorden.

Slide 9 - Diapositive

Oefen met de leerlingen hoe ze een Engelse tekst kunnen begrijpen en er vragen over kunnen beantwoorden.
Begrip 6: Listening comprehension
Dit is het begrijpen van een gesproken tekst. Bij het Engelse examen moet je luisteren naar gesproken teksten en er vragen over kunnen beantwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Oefen met de leerlingen hoe ze een Engels gesprek kunnen begrijpen en er vragen over kunnen beantwoorden.
Ontsnappen
Heb je alle begrippen goed begrepen? Dan kun je nu de code kraken om te ontsnappen uit het lokaal!

Slide 11 - Diapositive

Laat de leerlingen de code kraken en bespreek na afloop wat ze hebben geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.