Spelling: Leestekens

Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
15:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Zelf aan de slag
(Af)maken:
-  Spelling, §5 Afkortingen, opdr. 1 t/m 4.
- Spelling, §6 Leestekens, opdr. 1 t/m 5.


Ben je klaar?
1. Verder lezen in je boek.
2. HW ander vak afmaken.
3. Toets ander vak leren.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • .. weet je wanneer je een punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens en puntkomma moet gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Verschil?

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen


- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Punt (.)

- Aan het einde van een zin


Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

Slide 6 - Diapositive

Vraagteken (?)

- Na een directe vraag


Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?

'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.

Wanneer geen vraagteken?

Bij een indirecte vraag gebruik je géén vraagteken.

Ik zou graag weten, wanneer je op school komt.

Slide 7 - Diapositive

Komma (,)

- Na een aanspreking

Jos, wil je even de jam doorgeven?


- Tussen delen van een opsomming

Brood, kaas, jam en melk.



Slide 8 - Diapositive

Dubbele punt (:)

- Vóór een uitspraak (citaat) of een gedachte

Anne dacht: ik moet hier wegwezen!


- Vóór een opsomming

Ik heb drie hobby's: dansen, koken en tennis.



Slide 9 - Diapositive

Dubbele punt (:)
- Als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel

Romie verzorgt haar konijnen goed: ze is een echte dierenvriend.

Slide 10 - Diapositive

Aanhalingstekens ('')

- Bij citaten (= gesproken tekst)

 'Weet u hier de weg?', vroeg mevrouw Van Til.


- Als je nadruk wil leggen

Schrijf je 'experiment' met ks of met een x?



Slide 11 - Diapositive

Aanhalingstekens ('')

Let op: bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens:


- Ruben vroeg aan zijn broer of hij de afvalcontainer buiten wilde zetten.

- Diego denkt bij zichzelf: waar ben ik aan begonnen?



Slide 12 - Diapositive

Puntkomma (;)

  • tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen:

       ''Isaac nam een grote slok cola en liet daarna een boer; dat 

         vond ik niet zo chic.''



Slide 13 - Diapositive

Puntkomma (;)

  • als afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. 

Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt:
  • – De volgende leestekens zijn gebruikt:
  • ‘ – geeft het begin van een citaat aan;
  • ? – geeft een vraag aan;
  •  , – staat na een aanspreking;
  •  . – staat aan het eind van een zin.



Slide 14 - Diapositive

Evaluatie
  • Doel behaald? 
      
  • Lesinhoud?

  • Hoe verlaat je de les? Vrolijk, neutraal of moe?

Slide 15 - Diapositive