Les 11 - V3.2 - 45 minuten - antes y ahora - las profesiones

VWO 3 - español
12 de mayo de 2021

Antes y ahora / preparar la presentación
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

VWO 3 - español
12 de mayo de 2021

Antes y ahora / preparar la presentación

Slide 1 - Diapositive

¿Qué has hecho en las vacaciones? Escribe 3 frases y usa el perfecto

Slide 2 - Question ouverte

En la clase de hoy
Wat moet je leren voor de toetsweek?
Waar waren we ook al weer gebleven?
Profesiones - un repaso
Evaluamos
La preparación para la próxima clase

Slide 3 - Diapositive

¿Cuándo es el exámen de español?

Slide 4 - Question ouverte

Wat moet je kennen en kunnen? -->  Een beschrijving van jezelf kunnen geven nu en vroeger.
Wat heb je daarvoor nodig?
El imperfecto (regular e irregular)
De signaalwoorden van de imperfecto
De tegenwoordige tijd (regular e irregular --> zie werkwoorden Tema 4)
Je kunt iets vertellen over jouw hobby’s, vroeger en nu
Je kunt iets vertellen over jouw familie, vroeger en nu
Je kunt iets vertellen over jouw uiterlijk, vroeger en nu
Je kunt iets vertellen over jouw karakter, vroeger en nu
Je kunt vertellen waar en wanneer je geboren bent
Je kunt iets vertellen over jouw kleding, vroeger en nu

Vocabulario: las profesiones, el físico, la ropa, los colores, materiales y estampados, el carácter, la familia, las aficiones
Alles te vinden in de reader van tema 5

Slide 5 - Diapositive

Waar waren we gebleven?

Slide 6 - Diapositive

Las presentaciones de 2 de junio

Slide 7 - Diapositive

Las presentaciones de 9 de junio

Slide 8 - Diapositive

Apunta 3 profesiones que te gustan en español:

Slide 9 - Carte mentale

Opdracht 10b
enfermera
periodista
pintor
peluquero
dependienta
profesor
obrero
cocinera
médico
policía
escritor
abogada
camarero
bombero

Slide 10 - Question de remorquage

Cuando era pequeño quería ser....
Ahora quiero ser....
Antes y ahora

Slide 11 - Diapositive

Cuando era pequeño quería ser....
Ahora quiero ser....

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Question de remorquage

Antes y ahora
Escribe dos frases sobre Justin, Billie, Cristiano, Emma y Shakira.
Haz comparaciones entre su físico antes y ahora.
Schrijf in een duidelijk handschrift!!
timer
4:00

Slide 14 - Diapositive

Manda una foto de tu texto:

Slide 15 - Question ouverte

Practicar a presentar
Empieza con ''bienvenidos" ..... etc
Después:
1. ¿Cómo te llamas y cuántos años tienes?
2. ¿Tienes hermanos?
3.¿Cuándo y dónde naciste?
4. ¿Dónde vives? 
Vertel daarna over je uiterlijk nu en je uiterlijk vroeger
Je karakter vroeger en nu
Jouw hobbies vroeger en nu
Jouw favoriete beroep vroeger en nu


Als je thuis werkt, maak je een opname van deze mini presentatie  en die stuur je naar de chat, nu tijdens de les.

Slide 16 - Diapositive

Practicar la presentación
Als je thuis werkt, maak je een opname van je presentatie.
Stuur deze naar de chat.

Slide 17 - Diapositive

Waarom denk je dat je docent je steeds mini presentaties laat houden?

Slide 18 - Question ouverte

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
trabajé
B
hacía
C
hablaba
D
comías

Slide 19 - Quiz

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm van imperfecto in: Antes mi padre (llevar) gafas.
timer
0:20
A
llevabas
B
llevía
C
llevaba
D
lleva

Slide 21 - Quiz

Welke 3 Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?
timer
0:30

Slide 22 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van de imperfecto in: Cuando era joven, (ver, yo) Bob Esponja cada día.
timer
0:20
A
vía
B
veía
C
veías
D

Slide 23 - Quiz

Wat is de imperfecto van 'hay'?
timer
0:20

Slide 24 - Question ouverte

Tegenwoordige tijd:
tener - yo
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenía

Slide 25 - Quiz

Tegenwoordige tijd:
ser - yo
A
era
B
soy
C
es
D
eras

Slide 26 - Quiz

Vertaal in het Spaans:
er is / er zijn
A
hay
B
había

Slide 27 - Quiz

Vertaal:
blond haar
A
el pelo rubia
B
el rubio pelo
C
el pelo rubio
D
el pelo rubios

Slide 28 - Quiz

Welk woord in de zin is fout geschreven:
Antes tenía los ojos azul.
A
tenía
B
los
C
ojos
D
azul

Slide 29 - Quiz

Me siento preparado/a para el exámen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Tengo que repasar esto: / Dit moet ik nog goed herhalen:

Slide 31 - Question ouverte

¿Frases útiles para dar una presentación?

Slide 32 - Question ouverte

Mañana pepe

Imperfecto regelmatig en onregelmatig + signaalwoorden
Vocabulario físico / carácter / aficiones (S-N en N-S)

Slide 33 - Diapositive