1HV Lezen par. 1 woordraadstrategieën

Woordraadstrategieën
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordraadstrategieën

Slide 1 - Diapositive

WELKOM  1HV1!
Ga zitten op je plek, pak je leesboek en ga lekker lezen.






timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Nakijken opdracht 2 en 3
  • Herhaling lees-en luisterstrategieën
  • Uitleg: par. 1 woordraadstrategieën
  • Even oefenen
  • Zelfstandig werken
  • Opdrachten bespreken



Slide 3 - Diapositive



Slide 4 - Diapositive

Lesdoel

Aan het einde van deze les:

  • ken je zeven woordraadstrategieën
  • kun je bij voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten
  • kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken











Slide 5 - Diapositive

Welk voorbeeld hoort bij welke leesstrategie?
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Je bladert de folder van de Albert Heijn door. 
Je leest een krantenartikel nauwkeurig van begin tot het eind.
Je zoekt in de bibliotheek naar een boek van de leeslijst.
Je leest de tekst door voordat je de vragen gaat lezen en maken.

Slide 6 - Question de remorquage

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem
  • omschrijving
  •  definitie
  • voorbeeld
  • tegenstelling
  • bekend woorddeel
  •  illustratie

Slide 7 - Diapositive

Uitlegvideo woordraadstrategieën
  • We kijken via Nieuw Nederlands online de uitlegvideo. Deze kun je later zelf ook terugkijken op je laptop.
  • Daarna neem ik enkele strategieën snel door.
  • Kijk in stilte de video. Na afloop mag je vragen stellen.

Slide 8 - Diapositive

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Exact - Precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving (definitie) van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 11 - Diapositive

Woordraadstrategie definitie
Een definitie is een heel nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip. In leerboeken en woordenboeken staan vaak definities.

Constateren: zien of inzien (dat iets is zoals het is)

Slide 12 - Diapositive

Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


Slide 13 - Diapositive

Wat zijn woordraadstrategieën?
A
Woordspelletjes
B
Manier om de woordbetekenis te vinden
C
Spelling van woorden
D
Woorden samenstellen

Slide 14 - Quiz

Wat is een synoniem?
A
bank - bank
B
oma - grootmoeder
C
echt - nep
D
duif - vogel

Slide 15 - Quiz

Wat is een synoniem voor beduidend?
A
Onbeduidend
B
Belangrijk
C
Aanduiden
D
Onbelangrijk

Slide 16 - Quiz

Wat is een tegenstelling?
A
Warm en heet
B
Warm en koud
C
Politie en agent
D
vlug en gauw

Slide 17 - Quiz

Wat is een tegenstelling van 'altijd'?
A
af en toe
B
soms
C
vaak
D
nooit

Slide 18 - Quiz

Wat is een woord met een voorvoegsel?
A
hergebruiken
B
smakeloos

Slide 19 - Quiz

Wat is een woord met een achtervoegsel?
A
fietstocht
B
smaakvol

Slide 20 - Quiz

Een voorbeeld van achtervoegsels zijn:
A
ongevaarlijk
B
monoloog
C
wantrouwen
D
vindingrijk

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Maak opdr. 4, 5 en 6 van blz. 13/14. Schrijf de antwoorden in je schrift.
Tijd? 15 minuten
Hoe? Eerste vijf minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Klaar? Ga lezen in je leesboek of werk verder vanaf opdr. 7.
Resultaat? Klassikaal nabespreken.




timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Lesdoel

Aan het einde van deze les:

  • ken je zeven woordraadstrategieën
  • kun je uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken
  • kun je bij voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten
  • kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken











Slide 23 - Diapositive

Ik ken zeven woordraadstrategieën en
kan uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 25 - Question ouverte

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 26 - Question ouverte