Les 4 1e jaars voltooid en tegenwoordig deelwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

LES 3

Werkwoordspelling: het voltooid en tegenwoordig deelwoord

Begrijpend lezen: informatieve tekst 

Volg deze les op je laptop

Telefoon nodig voor quiz in de les!

Wat is juist?

1. Mijn zoon vind spelling niet moeilijk
2. Mijn dochter vind spelling leuk
3. Ik vind spelling makkelijk
4. Wat vindt jij van spelling?

Wij (lunchen, vt) met Pinksteren in het zonnetje.

1. lunchten
2. lunchden
3. lunchtten
4. lunchdden

Gisteren (raden) wij het antwoord.

1. raden
2. raaden
3. raadden

De patiënt (antwoorden, vt) niet op het verzoek van de verpleegkundige.

1. antwoordde
2. antwoorden
3. antwoordden
4. antwoordt

Het voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

wat is het voltooid deelwoord van
'proeven'
(zit de letter 'v' in 'x kofschip?)

1. geproefd
2. geproeft
3. geproeven

Geef het voltooid deelwoord van dweilen

1. gedweild
2. gedweilt

Tegenwoordig deelwoord

Bellend reed ze op de fiets

Tegenwoordig deelwoord

-2 handelingen vinden tegelijkertijd plaats

bv bellen en fietsen, lopen en huilen, stampen schreeuwen.

- schrijf het werkwoord + d.

bellend, huilend, stampend

Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt?
Fabian heeft vaak GEVOETBALD.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. tegenwoordig deelwoord

Kies het tegenwoordig deelwoord van: dragen

1. draag
2. dragen
3. dragend

......... wast ze de patiënt (fluiten)

1. Fluitent
2. Fluitende
3. Fluitend

Welke vorm van het werkwoord is in in onderstaande zin gebruikt?
VOETBALLEND zingt Fabian een liedje.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. tegenwoordig deelwoord

Huiswerk 

Maak GRAM 3.3 opdracht 1 t/m 6 (vdw en tw deelwoord)

Maak Ws 1.2 (betekenis afleiden uit woord)

In Teams: Lees tekst over ziekte van Lyme, onderstreep 10 moeilijke woorden en zoek betekenis op. Maak de basisvragen. 

Vooruitblik volgende les:

Werkwoordspelling Engelse woorden