Quiz Zuur-base deeltjesnotatie

Zuur-base reacties

Leerdoelen:

Je weet:

- de juiste chemische notatie van oplossingen van zouten.

- de juiste chemisch notatie van een zwak zuur of base

- de juiste chemisch notatie van een sterk zuur of base

Hiermee kun je vandaag zelf zuur-base reacties opstellen.

1 / 22

Slide 1: Diapositive

ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zuur-base reacties

Leerdoelen:

Je weet:

- de juiste chemische notatie van oplossingen van zouten.

- de juiste chemisch notatie van een zwak zuur of base

- de juiste chemisch notatie van een sterk zuur of base

Hiermee kun je vandaag zelf zuur-base reacties opstellen.

Slide 1 - Diapositive

Quiz zuur/base & deeltjesnotatie.

14 vragen, 1 winnaar. Hoe zou jij het een 2e keer doen?

Beperkte tijd per vraag.

Je mag je BiNaS gebruiken.

--> Ranking op :

Goede antwoord
Tijd

Slide 2 - Diapositive

Regels (neem over in je schrift)

Een opgelost sterk zuur schrijf je volledig geïoniseerd.

Een opgeloste sterke base? Noteer de ionen die ontstaan (o.a. OH-)

Een opgelost zwak zuur noteer je als niet geïoniseerd (aan elkaar)

Een opgeloste zwakke base noteer je als niet geïoniseerd (aan elkaar)

Een vaste zout noteer je als vaste stof (ionen aan elkaar).

Een opgelost zout noteer je als opgeloste stof (losse ionen)

Slide 3 - Diapositive

1 Geef de juiste notatie van zoutzuur.
(kies het beste antwoord.)

H C L (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​}

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q)

H C l (a q)

Slide 4 - Quiz

2 Geef de juiste notatie van een salpeterzuur oplossing

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + N O^{​ 3 ​ - ​ ​} (a q)

H N O^{​ 3 ​ ​} (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + N O^{​ 2 ​ - ​ ​} (a q)

H^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 3 ​ ​} (a q)

Slide 5 - Quiz

3 Geef de juiste notatie van een azijnzuur oplossing.

C H^{​ 3 ​ ​} C O O^{​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

C H^{​ 3 ​ ​} C O O H (a q)

C H^{​ 3 ​ ​} C H^{​ 2 ​ ​} C O O H

C H^{​ 3 ​ ​} C O O H (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

Slide 6 - Quiz

De juiste notatie van zilveroxide

A g O^{​ 2 ​ ​} (s)

A u^{​ 2 ​ ​} O (s)

2 A g^{​ + ​ ​} (a q) + 2 O H^{​ - ​ ​} (a q)

A g^{​ 2 ​ ​} O (s)

Slide 7 - Quiz

5 Geef de juiste notatie van natronloog

N a O H (a q)

N H^{​ 3 ​ ​} O H (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + 2 O H^{​ - ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 8 - Quiz

6 Geef de juiste notatie na het oplossen van de sterke base kaliumoxide.

K^{​ + ​ ​} (a q) + 2 O H^{​ - ​ ​} (a q)

2 K^{​ + ​ ​} (a q) + O^{​ 2 - ​ ​} (a q)

K^{​ + ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

K^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 9 - Quiz

7 Geef de juiste notatie van ammonia (= ammoniak opgelost in water)

N H^{​ 3 ​ ​} (a q)

N H^{​ 4 ​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

N H^{​ 4 ​ + ​ ​} (a q)

O H^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 10 - Quiz

Geef de juiste chemische notatie van karton

k a r t o n

(C^{​ 6 ​ ​} H^{​ 10 ​ ​} O^{​ 5 ​ ​})^{​ n ​ ​}

? ? ? ?

geperste papier vezel

Slide 11 - Quiz

8 Geef de juiste notatie van een natriumsulfaat oplossing.

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + S O^{​ 3 ​ 2 - ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + H S O^{​ 4 ​ - ​ ​} (a q)

H^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 4 ​ ​} (a q)

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + S O^{​ 4 ​ 2 - ​ ​} (a q)

Slide 12 - Quiz

9 Geef de juiste notatie van een verdunde zwavelzuur-oplossing.

2 H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + S^{​ 2 - ​ ​} (a q)

HSO4- (aq) + H3O+ (aq)

2 H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + S O^{​ 4 ​ 2 - ​ ​} (a q)

H^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 4 ​ ​} (a q)

Slide 13 - Quiz

Geef de juiste zuur/base notatie van een aluminiumnitraat oplossing

A l^{​ 3 + ​ ​} (a q) + N O^{​ 3 ​ - ​ ​} (a q)

A l (H^{​ 2 ​ ​} O)^{​ 6 ​ 3 + ​ ​} + 3 N O^{​ 3 ​ - ​ ​} (a q)

A l O H (H 2 O)^{​ 5 ​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

A l^{​ 3 + ​ ​} (a q) + 3 O H^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 14 - Quiz

Geef de juiste notatie van een oxaalzuur oplossing (zie tabel 66B)

H^{​ 2 ​ ​} C^{​ 2 ​ ​} O^{​ 4 ​ ​} (a q)

H C^{​ 2 ​ ​} O^{​ 4 ​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​}

Slide 15 - Quiz

Geef de juiste notatie van een waterstoffluoride oplossing

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + F^{​ - ​ ​} (a q)

H F (a q)

Slide 16 - Quiz

Geef de juiste notatie van een natriumwaterstofcarbonaat oplossing

N a H C O^{​ 3 ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + H C O^{​ 3 ​ - ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + C O^{​ 3 ​ 2 - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

k a r t o n

Slide 17 - Quiz

Geef de juiste deeltjes notatie van vast natriumoxide

N a^{​ 2 ​ ​} O (s)

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + O^{​ 2 - ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

N a O^{​ 2 ​ ​} (s)

Slide 18 - Quiz

Geef de juiste notatie van mierenzuur (methaanzuur)

C H^{​ 3 ​ ​} C O O H (a q)

C H O O H (a q)

C H^{​ 3 ​ ​} C O O^{​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

C H O O^{​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

Slide 19 - Quiz

Hoe heb je het gedaan ?

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Als je deze nog twee maal oefend, hoe verwacht je dan dat het gaat?