LJ1 H2 Grieken en Romeinen

2.1 Romeinse samenleving
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.1 Romeinse samenleving

Slide 1 - Diapositive

Griekse mythologie

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Griekse Mythes

Slide 4 - Diapositive

Griekse mythologie is overal

Slide 5 - Diapositive

Romeinse/ Griekse goden

Slide 6 - Diapositive

Griekse goden

Slide 7 - Diapositive

Griekse goden
  • Verering van Griekse goden gebeurde in tempels
  • Feesten en spelen
  • Olympische Spelen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

2.2 Van meerdere goden naar 1 god

Slide 11 - Diapositive

Romeinse godsdienst
Romeinse goden

Hevig geïnspireerd op Grieks
geloof.
 Voor alles was een god!

Om deze goden te eren, ga je naar een tempel
Offers worden naar een altaar gebracht.

Alles werd verdragen, qua godsdienst waren de Romeinen tolerant.

Slide 12 - Diapositive

Griekse/Romeinse goden
Jodendom/Christendom
Veel goden
Eén god

Slide 13 - Diapositive

Jodendom
De Romeinen veroverden veel landen: één daarvan was Judea. De mensen hier waren joden. 
Ze hadden een ander geloof dan de Romeinen en geloofden maar in één god: het jodendom. 

De Romeinen wilden dat ze naast het jodendom ook de Romeinse keizer vereerden. Dit wilden ze niet: ze hoopten dat er een bevrijder zou komen. 

Slide 14 - Diapositive

De Romeinen en het Christendom
Het Christendom werd erg populair. 
Romeinen zijn niet enthousiast: 
Christenen vereren maar 1 god.
Jezus wordt opgepakt en gekruisigd. 

Slide 15 - Diapositive

Een sprong in tijd...
Naar keizer Constantijn. Het Romeinse Rijk is te groot geworden, er zijn conflicten, machtsstrijd en interne oorlogen. Met behulp van Jezus zou daar een oplossing komen...

Slide 16 - Diapositive


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 17 - Diapositive

Redenen voor de val van het West Romeinse Rijk
- Er was veel oorlog binnen het Romeinse Rijk als er een nieuwe keizer gekozen moest worden.
- Het leger was niet groot genoeg om de enorme grenzen van het Romeinse Rijk te beschermen.
- Verschillende volken sloegen op de vlucht voor de Hunnen, hierdoor kwam de volksverhuizing op gang.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

2.3  De aarde leeft
2.4 De aarde spuwt  vuur

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Wat is een ambtenaar?
A
iemand die voor het bestuur van een land werkt
B
een groep mensen die regels maakt
C
de leider van Egypte
D
De overblijfselen van een dode

Slide 24 - Quiz

Wat is belasting?
A
Geld dat je krijgt.
B
Geld dat je moet betalen.
C
Geld dat je spaart.
D
Geld dat je uitgeeft.

Slide 25 - Quiz

Wat is een bondgenootschap?
A
Een samenwerking met James Bond
B
Een samenwerking tussen twee volken

Slide 26 - Quiz

Had het Romeinse rijk een keizer of een koning?
A
Keizer
B
Koning

Slide 27 - Quiz

De Romeinse keizer moest als een god worden vereerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

In de Romeinse landbouwstedelijke samenleving leefden de mensen in de stad van
A
het verkopen van spullen
B
van de landbouw

Slide 29 - Quiz

Wat is een landbouwstedelijke samenleving
A
Een samenleving waarbij iedereen burger en boer is
B
Een samenleving waarbij mensen of boer zijn of soldaat
C
Een samenleving waarbij het platteland en de stad afhankelijk zijn van elkaar
D
Een samenleving waarbij de stad en platteland veel conflicten hebben

Slide 30 - Quiz

wat zijn kenmerken van een landbouwstedelijke samenleving?
A
Veel mensen leven van landbouw maar er zijn ook handelsteden
B
De meeste mensen wonen in een stad
C
Er zijn steeds minder boeren
D
Een samenleving waarbij er boeren in de stad wonen

Slide 31 - Quiz

Hoe noem je de tijd na de Oudheid?
A
De prehistorie
B
De Romeinse Tijd
C
De Middeleeuwen
D
De Gouden Eeuw

Slide 32 - Quiz

De oudheid is de tijd van...
A
Grieken & Romeinen
B
Monniken & Ridders
C
Jagers & Boeren
D
Steden & Staten

Slide 33 - Quiz

Wat is de politiek?
A
Alles wat te maken heeft met het besturen van een gebied
B
Geld of goederen die je moet betalen aan het bestuur

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Lien