Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
MTH, leerjaar 3, herhaling 2021-2022, les 3
Medicatie
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Medisch technisch handelen
MBO
Studiejaar 3
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Medicatie
Slide 1 - Diapositive
Benoem de 5 controles die een DA uitvoert voordat hij/zij medicatie opzuigt.
Slide 2 - Question ouverte
of het het juiste medicijn is;
of het de juiste dosis is;
of het het juiste tijdstip is om het medicijn in te nemen;
of de toedieningswijze juist is;
of de medicijnen voor de juiste zorgvrager zijn.
Slide 3 - Diapositive
Sommige medicijnen hebben meerdere indicaties.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Verschillende medicijnen kunnen voor dezelfde indicatie worden gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Benoem 6 redenen om medicatie voor te schrijven.
Slide 6 - Question ouverte
• symptoombestrijding;
• aandoeningen genezen;
• tekorten aanvullen;
• ziekten voorkomen;
• diagnostiek;
• medicijnonderzoek.
Slide 7 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een medicijn voor symptoombestrijding.
Slide 8 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van een medicijn om een aandoening te genezen.
Slide 9 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van een medicijn om tekorten aan te vullen
Slide 10 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van medicijnen die ziekten voorkomen.
Slide 11 - Question ouverte
Benoem 5 vormen van bijwerkingen van medicijnen.
Slide 12 - Question ouverte
gewenning;
verslaving;
interactie met andere medicijnen;
bijwerkingen die de dagelijkse handelingen van de zorgvrager beïnvloeden;
lichamelijke klachten.
Slide 13 - Diapositive
Geef een uitleg van alle bijwerkingen.
Slide 14 - Question ouverte
Gewenning.
Het lichaam went aan een medicijn waardoor de dosering niet goed werkt.
Er is een hogere dosering of ander medicijn nodig.
Bijv. morfine.
Slide 15 - Diapositive
Verslaving
.
Lichaam en geest kunnen afhankelijk worden van de medicatie.
Bijv. slaaptabletten.
Slide 16 - Diapositive
Interactie.
Medicijnen kunnen elkaar versterken of verzwakken. ACE-remmers en diuretica:
beiden verlagen de bloeddruk, ace-remmer kan hyperkaliëmie veroorzaken en diuretica hypokaliëmie.
Slide 17 - Diapositive
Bijwerkingen op dagelijks leven
.
Sommige medicatie veroorzaakt duizeligheid, sufheid of een verminderd reactievermogen.
Bijv. Tramadol.
Slide 18 - Diapositive
Lichamelijke klachten.
Zoals maag- en darmklachten, hoofdpijn en duizeligheid.
Bijv. bepaalde antibiotica en bètablokkers.
Slide 19 - Diapositive
Benoem 8 manieren om medicatie toe te dienen.
Slide 20 - Question ouverte
• onder de tong (sublinguaal);
• in de wangzak;
• via de neus;
• via het oor;
• via het oog;
• via de luchtwegen;
• op de huid;
• rectaal of vaginaal
Slide 21 - Diapositive
Leg uit wat parenterale toediening van medicatie is en geef 5 voorbeelden van toedieningswegen.
Slide 22 - Question ouverte
Toedieningswegen worden in twee hoofdgroepen opgedeeld:
medicijnen die buiten het maagdarmkanaal om worden toegediend (
parenteraal
).
medicijnen die via het maag-darmkanaal worden toegediend (
enteraal
).
Slide 23 - Diapositive
Voorbeelden van parenterale toediening zijn het toedienen van medicijnen:
• via de huid,
• via de slijmvliezen,
• via inhalatie,
• via injectie en
• via een infuus in de ader.
Slide 24 - Diapositive
Benoem 2 toedieningswegen om een medicijn plaatselijk te geven.
Slide 25 - Question ouverte
• dermale toediening (via de huid);
• pulmonale toediening (via de longen).
Slide 26 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met systemische toediening?
Slide 27 - Question ouverte
Dat het medicijn via de bloedsomloop naar de gewenste plek van werking wordt gebracht.
Slide 28 - Diapositive
Benoem 2 gebruikte toedieningswegen voor zowel het enteraal toedienen van medicatie als voor parenteraal toedienen.
Slide 29 - Question ouverte
• Enterale toediening:
- orale toediening;
- rectale toediening.
• Parenterale toediening:
- dermale toediening (via de huid);
- veneuze toediening (via de ader).
Slide 30 - Diapositive
Lokale toediening van medicijnen geeft meer kans op bijwerkingen dan een systemische toediening.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Bij lokale toediening is in totaal een minder hoge concentratie van het medicijn nodig dan bij systemische toediening.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
MTH, leerjaar 1, blok 4, les 2
Avril 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Medisch technisch handelen
MBO
Studiejaar 1
MTH, leerjaar 1, blok 4, herhalingsles (1+2)
Mai 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Medisch technisch handelen
MBO
Studiejaar 1
Medicatieles 2
Mars 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Medicatie deel 1
Février 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Verpleegtechnisch handelen 1
Septembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Lessonup over les 1-3 BBL farma
Décembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
VTH medicatie
Janvier 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
Les 2 GMK DA ljr 1 periode 1
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 1