TA6 8.2.9 (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord

doel:
 Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

doel:
 Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 1 - Diapositive

Terugblik 
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Kan je een voorbeeld geven?

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord. 

Slide 4 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeeld:
- de grote auto
- een makkelijke opdracht

Slide 5 - Diapositive

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De zilveren armband zit om mijn pols.

A
zilveren
B
armband
C
De
D
pols

Slide 6 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De bruine boterham
A
boterham
B
bruine
C
staat er niet bij
D
De

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De grote vrachtwagen rijdt over de weg.
A
grote
B
vrachtwagen
C
De
D
rijdt

Slide 8 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Het bronzen beeld staat in het park.
A
beeld
B
bronzen
C
park
D
Het

Slide 9 - Quiz

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal het zelfstandig naamwoord is gemaakt.
Voorbeeld:
-de ijzeren auto
-de houten kruk


Slide 10 - Diapositive

Uitzonderingen
Nieuwe materialen schrijven we niet met -en. 
Een paar voorbeelden zijn:
polyester
plastic
nylon
suède
aluminium

Slide 11 - Diapositive

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Jij krijgt een nieuwe fiets.

A
Jij
B
krijgt
C
nieuwe
D
zit er niet in.

Slide 12 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

In mijn haar zit een gouden schuifje.

A
mijn
B
haar
C
gouden
D
schuifje

Slide 13 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Maud draagt een leren jasje.
A
Maud
B
leren
C
jasje
D
zit er niet in

Slide 14 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Sid bouwt een hoge toren.
A
bouwt
B
hoge
C
zit er niet in
D
toren

Slide 15 - Quiz

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet

Slide 16 - Sondage

Jullie kunnen verder werken aan de les in Snappet. 
Thema 8, week 2, les 9
Succes!

Slide 17 - Diapositive

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 18 - Diapositive

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 19 - Diapositive