ABR6 24.02.2025

Welkom!

24.02.2025

Planning

• Vakantie
• Terugblik
•  5.4
• Spel ''geen ja, geen nee, geen uh''

Vakantie

• Hoe was je vakantie?
• Wat heb je gedaan in de vakantie?
• Heb je uitgerust in de vakantie?
• Heb je in de vakantie Nederlands gesproken?
• Heb je aan school gewerkt in de vakantie?

5.4

• Klassikaal lezen tekst opdr. 59
• Blauwe woorden

5.4

• Lees de tekst nog een keer zelfstandig
• Waar gaat de tekst over?
• Wat is het verschil tussen werk van vroeger en werk van nu?
• Is er een oplossing voor het probleem van nu?
• Wat vind jij? Is er een grens tussen jouw werk en je persoonlijke leven? 

Je mening geven

5.4

• Bekijk opdr. 61
• Klassikaal bespreken  
• Maak zelfstandig opdr. 63, 64 en 65
• Bespreken

5.4

• Bekijk opdr. 62
• Maak opdr. 62 zelfstandig
• Klassikaal bespreken 

5.4

• Wat vind jij? 
• Luister naar de stelling 
• Ben je het eens? Ben je het oneens?
• Waarom? 
• Gebruik de zinsdelen uit het groene blokje

5.4

• Blauwe woorden (blz. 227)

5.4

• Bekijk de vragen van opdr. 66
• Bekijk de video
• Beantwoord opdr. 66
• Bespreken

5.4

• Bekijk de vragen bij opdr. 67
• Bekijk nog een keer de video
• Beantwoord opdr. 67
• Bespreken 

5.4

• Maak zelfstandig opdr. 68, 69, 70, 71 + 72
• Bespreken 

5.4

• Maak tweetallen
• Pak werkblad 5.4a
• Cursist A en B hebben allebei een versie van de tekst
• Jullie gaan om en om voorlezen om de gaten in de tekst in te kunnen vullen.
• Cursist A begint met voorlezen.
• Cursist B luistert en vult het ontbrekende gat in. 
• Hierna leest cursist B.
• Cursist A luistert en vult het gat in. 
• Cursist A leest weer voor etc...
• Ga net zo lang door tot de hele tekst compleet is. 

5.4

• Pak een bingokaart
•  Op de bingokaart staan de hele werkwoorden
• Luister naar de voorgelezen tekst
• Je hoort in het verhaal de werkwoorden in enkelvoud en verleden tijd. 
• Hoor je het werkwoord op jouw kaart? Zet een kruisje bij het woord. 
• Klaar met luisteren?
• Schrijf onder elk werkwoord op je kaart de enkelvoud in de verleden tijd op. 

5.4

• Maak tweetallen
• Bespreek de vragen bij opdr. 74
• Klassikaal bespreken 

5.4

• Maak zelfstandig opdr. 75 en 76  

5.4

• Pak een papier
• Schrijf minimaal 10 zinnen op over jouw vakantie
• Gebruik in jouw zinnen de verleden tijd in enkelvoud (bijvoorbeeld: ik ging, ik was....)
  
• Klaar?
• Vertel jouw medecursist over jouw vakantie
• Klassikaal bespreken

5.4

• Maak tweetallen
• Pak de praatplaat ''vroeger en nu''
• Vertel over de verschillen tussen vroeger en nu 
• Klassikaal bespreken 

5.4

• Maak tweetallen
• Bekijk opdr. 78 
• Bespreek samen opdr. 78
• Klassikaal bespreken 

Nieuws in makkelijke taal

• Pak taalkaart 6
• Kijk naar het nieuws
• Vul de taalkaart in 
• Bespreken

Spel

Geen ja/geen nee/geen ''eh''

• (Voorbereiding: noteer een aantal vragen als hulpmiddel)
• Cursist A: Stelt vragen
• Cursist B: Geeft antwoord
• Cursist B: Mag geen ja/nee/eh zeggen
• Zegt cursist B het toch? AF! 
• Draai de rollen