14-12 A3

Welkom A3 !
Wat gaan we vandaag leren?

  • Evenwichtsprijs (herhalen)
  • Aan het einde van de les weet je het verschil tussen luxe en primaire goederen 
  • Aan het einde van de les weet je wat een concrete en abstracte markt is 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom A3 !
Wat gaan we vandaag leren?

  • Evenwichtsprijs (herhalen)
  • Aan het einde van de les weet je het verschil tussen luxe en primaire goederen 
  • Aan het einde van de les weet je wat een concrete en abstracte markt is 

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
Wat gebeurt er bij het snijpunt?

________________________________
Hoeveel is de prijs ?
_____________________
Hoeveel is het aanbod?
________________________

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 6.11
Qv = -200p + 1000
_________________________________
_________________________________
Qa = 400p - 500
_________________________________
_________________________________
Overschot?

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 6.12
wa


De markt bepaalt de prjis... dit is 1 van de kenmerken van volkomen concurrentie
Wat zijn de andere 3 kenmerken?
1.
2.
3.

Slide 4 - Diapositive

Tot welke markt behoort de
?
A
Abstracte markt
B
Concrete markt

Slide 5 - Quiz

Concrete markt
  • Concrete markt: Een markt die je bezoekt om goederen of diensten te kopen. (Je kunt de markt aanraken)
  • Voorbeelden: Supermarkt, kledingwinkel en de stomerij.

Slide 6 - Diapositive

Abstracte markt
  • Abstracte markt is het geheel van vraag en aanbod.
  • Het aanbod komt van de producenten.
  • De producenten van de abstracte markt van frisdrank zijn bijvoorbeeld: Coca Cola, Lipton en Redbull.
  • De vraag komt van de consumenten.
  • Voorbeelden van andere abstracte markten: Automarkt, kaasmarkt en schoenenmarkt.

Slide 7 - Diapositive

Welke vraaglijn gaat
over een banaan?
A
A
B
B
C
C
D
Geen

Slide 8 - Quiz

Primaire en luxe 
Primaire goederen: Noodzakelijk om te leven
Bijvoorbeeld: Water

Luxe goederen: Niet noodzakelijk om te leven
Bijvoorbeeld: 55 inch TV


Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen: 'Consumeren' en 'Investeren'?

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 6.18 & 6.19
  • Maak opdracht 6.18 & 6.19 Deze gaan we na 9 minuten samen bespreken




  • Klaar? Begin alvast aan het huiswerk: 6.13 t/m 6.21
timer
9:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Tot ziens!

Slide 13 - Diapositive