L1. Intro. Git

• Applicatie- en mediaontwikkelaar
• MBO
• Studiejaar 1

Werken met Git

Leerdoelen

Aan het eind van de les weet je wat Git is en hoe je ermee kunt werken.

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van de les.

Wat weet je al over het werken met Git?

Wat is Git?

Git is een versiebeheersysteem waarmee je wijzigingen in code kunt bijhouden en beheren.

Leg kort uit wat Git is en waarvoor het wordt gebruikt.

Repositories

Een repository is een opslagplaats voor je code en bijbehorende bestanden.

Laat zien hoe je een repository aanmaakt en leg uit waarom dit belangrijk is.

Commits

Een commit is een snapshot van je code op een bepaald moment in de tijd.

Laat zien hoe je een commit maakt en waarom dit belangrijk is.

Branches

Een branch is een kopie van je repository waarop je wijzigingen kunt maken zonder de hoofdversie te beïnvloeden.

Laat zien hoe je een nieuwe branch aanmaakt en waarom dit handig kan zijn.

Merge

Een merge is het samenvoegen van twee branches tot één geheel.

Laat zien hoe je twee branches kunt samenvoegen en waarom dit belangrijk kan zijn.

Push en Pull

Met push upload je je wijzigingen naar de repository en met pull haal je wijzigingen van anderen binnen.

Laat zien hoe je push en pull gebruikt en leg uit waarvoor deze commando's dienen.

Samenvatting

Git is een handig hulpmiddel om wijzigingen in code bij te houden en samen te werken aan een project.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.

Opdracht(groepje)

• Maak een repo op github 
• Push vanuit je local repo naar de remote repo
• Pull vanuit de remote repo

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.