thema 2 les 11 a en b

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 7

thema 2 les 11 

opgetogen

Heel blij, tevreden.

chagrijnig

Niet blij, mopperend.

opgetogen

heel blij 

chagrijnig

niet blij

ten koste van

Als iemand ergens nadeel van heeft.

*Het wachten bij de ingang gaat ten koste van onze tijd in de dierentuin.

ten  bate van

Als iemand ergens voordeel van heeft.

*Het geld dat de kinderen hebben opgehaald komt ten bate van het goede doel.

ten koste van

ergens nadeel van hebben

ten bate van

ergens voordeel van hebben

verbinden

Aan elkaar vastmaken van meerdere dingen, mensen of zaken.

*Het koningshuis verbindt mensen uit heel Nederland.

oorspronkelijk

In het begin, eerst.

ondervinden

Meemaken, ervaren.

ontiegelijk

Enorm.

het hulpmiddel

Wat je gebruikt om iets gemakkelijker te kunnen doen.

                                                      

de creativiteit

Dit hebben mensen die nieuwe of mooie dingen kunnen bedenken of maken.

onder de knie hebben

                                

Weten hoe iets moet.

van de baan zijn

                     Niet doorgaan.

blz. 58 en 59

Nooit een keertje niets