Leren voor de toets Fictietaak uitleg

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

• klascode: RRXIL

Je gaat deze les zelf doornemen. Je vult overal de antwoorden in. Mocht dat op een of andere manier niet bij jou lukken, dan stuur je me een mail met daarin al je antwoorden.

Planning

• Leerdoelen 1.5, 1.7, 1.8, 1.9
• Stil lezen
• Fictietaak starten
• Afsluiting
  

Leerdoelen toets (1.5 en 1.7)

1.5 Woorden

• Ik ken de woordbetekenissen (woordenlijst p.38) en kan die woorden gebruiken in een zin.
• Ik ken de betekenis van de Griekse voor- en achtervoegsels (p.44) en kan ze inzetten bij het achterhalen van betekenissen van woorden.

1.7 Grammatica zinsdelen

• Ik kan een zin ontleden volgens de vaste volgorde: pv, wg, ng, o, lv, mv, bwb (p.51).
• Ik kan in een zin aanwijzen: de hoofdzin - bijzin en enkelvoudige en samengestelde zin.
• Ik kan een samengestelde zin ontleden volgens de vaste volgorde. Ik zet dubbele zinsdeelstrepen tussen de verschillende zinnen binnen die samengestelde zin (p. 54/55).

Leerdoelen toets (1.8 en 1.9)

1.8 Grammatica woordsoorten

• Ik ken de woordsoorten: lw, bn, zn, vz, vw, ww, kww, hww, zww, psv, bzv, av, vrv (p. 59) en kan ze in een zin benoemen.
• Ik ken de toekomende tijd en de andere tijden van het werkwoord (p.62/63).
• Ik kan de tijden van het werkwoord herkennen in een zin en zelf een zin maken in een opgegeven tijd.

1.9 Spelling

• Ik ken de regels voor het spellen van de persoonsvorm in tegenwoordige en verleden tijd en kan deze toepassen (p. 68 en 242).
• Ik kan de leestekens goed toepassen (p. 70).
• Ik kan de twintig dicteewoorden goed spellen (p.73).

Voor welk onderdeel ga je
nog extra leren?

Lees in stilte

Vertel kort wat je hebt gelezen. Al is het een stukje uit de krant!

Fictietaak

Uitleg fictieopdracht

• Je vindt de opdracht in Magister.
• Je maakt een mindmap bij je gelezen boek.
• Het moet op 18 november ingeleverd zijn.
• Je maakt het op papier A4 of A3.
• Kijk goed naar de punten voor beoordeling.
• Het boek is minimaal een C-boek/niveau 1. 

Negen vertakkingen

1. Het verhaal in het kort.
2. Personages: wie spelen een belangrijke rol, vanuit welk perspectief?
3. Schrijver/autobiografie.
4. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
   
5. Hoe is de start van het verhaal?
   
6. Hoe is het einde van het verhaal?
   
7. Wat is het thema van het boek?
   
8. Wat is jouw mening? Gebruik realistische, emotieve en morele argumenten.
   
9. Is het verhaal chronologisch/niet-chronologisch en maakt de schrijver gebruik van flashbacks en/of flashforwards?
   

Welke perspectiefpunten ken je nog?

Noem een voorbeeld bij een van de soorten argumenten.

Wat voor genres/categorieën ken je
bij leesboeken?

Genres in jeugdliteratuur

hier-en-nu-verhalen

historische verhalen

oorlogsverhalen

andere culturen

detectiveverhalen

sprookjes fantasieverhalen griezelverhalen sciencefiction dierenverhalen

Wat is jouw niveau?

1. Ga naar https://www.lezenvoordelijst.nl/
2. Scroll naar beneden naar de niveautest.
3. Doe de niveautest 12-15 jaar.
4. Zoek een boek dat je leuk lijkt.

 

Start met lezen!!

Vul hier je leesniveau in.

Succes bij het toernooi!!

Afsluiting

• Huiswerk volgende les staat in Magister.
• We gaan verder met 1.4 Schrijven en formuleren.