Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Revision Unit3 year 2
Revision Unit3 year 2
Present Perfect
can, could, to be able to, to be allowed to
have to, must, should
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Revision Unit3 year 2
Present Perfect
can, could, to be able to, to be allowed to
have to, must, should
Slide 1 - Diapositive
How to form the Present Perfect?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'finish'
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'do'
Slide 4 - Question ouverte
We __________________ (live) here for three years.
have lived
has lived
lived
Slide 5 - Question de remorquage
She _____________ (not - talk) to Simon since December.
not talked
did not talk
have not talked
has not talked
Slide 6 - Question de remorquage
Je gebruikt de present perfect als je wilt zeggen hoelang iets al duurt.
A
ja
B
nee
C
weet ik niet
Slide 7 - Quiz
Je gebruikt de present perfect als iets vroeger is gebeurd, maar je weet niet precies wanneer of het is niet belangrijk.
A
ja
B
nee
C
weet ik niet
Slide 8 - Quiz
Je gebruikt de present perfect om te zeggen dat iets vroeger is gebeurd en nu is afgelopen
A
ja
B
nee
C
weet ik niet
Slide 9 - Quiz
Je gebruikt de present perfect als iets korte tijd geleden (zojuist) is gebeurd
A
ja
B
nee
C
weet ik niet
Slide 10 - Quiz
signaalwoorden van de present perfect zijn: for, since, yet, already, in 2010
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
signaalwoorden van de present perfect zijn: for, since, yet, already, just
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Om te zeggen dat iets 'kan' of 'mag' kun je can, could, to be able to en to be allowed to + hele werkwoord gebruiken.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
'can' gebruik je
A
in de present simple
B
in de past simple
C
present + past simple
Slide 14 - Quiz
'could' gebruik je
A
in de present simple
B
in de past simple
C
present + past simple
Slide 15 - Quiz
'could' gebruik je
A
als verleden tijd van 'can'
B
voor 'zou kunnen'
C
beleefd vragen om hulp/toestemming
D
voor alledrie
Slide 16 - Quiz
'to be able to' betekent
A
mogen / toestemming hebben
B
kunnen / in staat zijn
Slide 17 - Quiz
'to be allowed to' betekent
A
mogen / toestemming hebben
B
kunnen / in staat zijn
Slide 18 - Quiz
kunnen, mogen
zou kunnen, beleefd vragen om hulp
kunnen, in staat zijn
mogen, toestemming hebben
could
to be able to
to be allowed to
can
Slide 19 - Question de remorquage
Vertaal: Hij mocht niet tot laat wegblijven.
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal: He had injured his knee.
Kon hij toch voetballen?
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal: Zou je het raam kunnen openen, alsjeblieft?
Slide 22 - Question ouverte
have to, must, should zijn hulpwerkwoorden die je gebruikt om
A
bevelen te geven
B
advies te geven
C
beiden
D
geen van beiden
Slide 23 - Quiz
have to = moeten
have to is
A
formeel
B
informeel
Slide 24 - Quiz
must = moeten
must is
A
formeel
B
informeel
Slide 25 - Quiz
should = zou moeten
je gebruikt should voor
A
wetten, regels
B
als je advies geeft
Slide 26 - Quiz
zou moeten (advies)
iets is noodzakelijk of moet (formeel)
iets is noodzakelijk of moet (informeel)
als iets niet anders kan; het moet wel zo zijn
must
have to / has to
should
must
Slide 27 - Question de remorquage
Vertaal: zorg ervoor dat je alles bij de hand hebt
Slide 28 - Question ouverte
Vertaal: laat ik het zo zeggen
Slide 29 - Question ouverte
Vertaal: moet het zo?
Slide 30 - Question ouverte
vertaal: als ik jou help, dan laat jij de hond uit
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal: eerst pakken we de kralen
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal: kun je me laten zien wat je aan het doen bent?
Slide 33 - Question ouverte
Vertaal: Met andere woorden
Slide 34 - Question ouverte
Vertaal: Dit is wat je moet doen
Slide 35 - Question ouverte
Heb je alle vragen goed beantwoord?
A
ja
B
bijna allemaal (>75%)
C
voldoende (>60%)
D
nee
Slide 36 - Quiz
Welk cijfer ga je voor het PW halen?
Slide 37 - Question ouverte
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juin 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
review lesson 27.01.
Janvier 2025
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Grammar revision unit 3 2thv
il y a 8 jours
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets
Février 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Grammar Unit 3 All Right
il y a 2 jours
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 7
il y a 4 jours
- Leçon avec
42 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Unit 3 grammar recap
il y a 2 jours
- Leçon avec
43 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Unit 3 grammar recap
il y a 6 jours
- Leçon avec
43 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2