Van bouwplan naar tekst

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Deze les

• Uitleg SE
• Van bouwplan naar tekst (blz. 108)
•  Opdrachten

Teksdoelen

• alinea's kunnen verbinden tot een samenhangend geheel
• de opbouw van de tekst kunnen aanpassen aan het doel van de tekst
• een heldere structuur aan de tekst kunnen geven door witregels, marges en kopjes te gebruiken
• een langere tekst kunnen indelen in paragrafen

SE Nederlands

• Je gaat een betoog schrijven over een bepaald onderwerp
• Je mag kiezen uit een aantal door de docent gegeven onderwerpen
• Je gaat je verdiepen in het onderwerp
• Je gaat een bouwplan maken
• Tijdens het SE ga je met behulp van dat bouwplan een betoog schrijven 

Verschillen schrijven en spreken

• Geen extra uitleg bij vragen
• Zinnen moeten goed lopen, 
• Spelling moet correct zijn

3 fasen

1. Inhoud genereren 
2. Tekst produceren
3. Tekst reviseren 

1. Inhoud genereren (1)

1. Wat weet je al? (mindmap, steekwoorden, korte zinnen
2. Documenteer je 

• Formuleer documentatievragen
• Zoek geschikte bronnen
• Maak een documentatiemap

Inhoud genereren (2)

3. Maak een bouwplan

• Noteer het onderwerp
• Noteer het tekstdoel
• Noteer het publiek
• Formuleer in één zin de hoofdgedachte
• Kies een tekststructuur
• Noteer de deelonderwerpen in vraagvorm
• Noteer van elke alinea de inhoud in steekwoorden

Maken opdracht 1

2 Tekst produceren (1)

1. Inleiding

• 1e alinea: aandacht trekken  (gavba)
• 2e alinea onderwerp introduceren

1. Middenstuk

• Deelonderwerpen
• Kernzin z(1e, 2e of laatste zin)
• Andere zinnen uitleg, voorbeelden, onderbouwing ....
• Structurerende zinnen

Tekst produceren (2)

1. Slot

• Hoofdgedachte (en asta)
• Slotzin 

Lay out (1)

• Motiverende titel (dikgedrukt)
• Witregel
• Schrijver
• Twee witregels
• Inleiding
• Twee witregels
• Eén witregel tussen elk deelonderwerp
   

Lay-out (2)

• Eventuele tussenkopjes dikgedrukt (daarna geen witregel)
• Een tab bij nieuwe alinea (niet na witregel!) 
• Tekst laten doorlopen binnen alinea (dus geen enter gebruiken)
• Zo min mogelijk cursiveringen en onderstrepingen
• Twee witregels tussen middenstuk en slot
• Gebruik enkele aanhalingstekens ('door')

Maken opdracht 2

• Opdracht 2 is de volgende les af: doe de teksten in een mapje en lever ze in
• Begin eraan tijdens deze les: je krijgt een blaadje om de opdracht op te maken
• Neem een leesboek mee