Par. 8: Landschappen in Nederland

Landschappen in Nederland
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Landschappen in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Par. 8: Landschappen in Nederland

Wat zijn de leerdoelen van deze les?
*  Je kent de verschillen tussen Hoog- en Laag- Nederland.  
* Je begrijp de invloed van ijstijden op het landschap. 
* Je weet welke invloed zee en rivieren op Laag-Nederland hebben. 
* Je weet de relatie tussen grondsoort en bodemgebruik. 

Slide 2 - Diapositive

Hoe zie jij het Nederlandse landschap?

Slide 3 - Carte mentale

Hoog- en Laag-Nederland 
* Landschap: zichtbare deel van het aardoppervlak
* Hoog-Nederland
    - oosten en zuiden
    - boven Normaal Amsterdams Peil (NAP)
      - gemiddelde hoogte van de zeespiegel
* Laag-Nederland
    - westen en noorden
    - onder NAP    

Slide 4 - Diapositive

Noem twee soorten Nederlandsche landschappen

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent NAP?

Slide 6 - Question ouverte

Welk deel van Nederland bevindt zich onder NAP?
A
Westen
B
Oosten
C
Noorden
D
Zuiden

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Lien

De invloed van ijstijden
* IJstijden: perioden waarin het op aarde een stuk kouder was dan nu
* Een-na-laatste ijstijd (Saalien)
    - gletsjer zorgde voor stuwwallen in midden van Nederland
* Laatste ijstijd (Weichselien)
    - geen ijs, wel erg koud
    - wind zette overal zand af, heel fijn zand (löss)  in Limburg

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is een stuwwal?
A
Een meer
B
Landijs
C
Heuvels ontstaan door landijs
D
Dat heel Nederland met zand bedekt was

Slide 11 - Quiz

Tot waar kwam het landijs in Nederland tijdens de voorlaatste ijstijd?
A
Noorden van NL
B
Ten oosten van NL
C
Ten zuiden van NL
D
Midden van NL

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Klei en veen
* Afzettingen van rivieren
    - fijn zand
    - rivierklei
* Afzettingen van de zee    
   - zeeklei
* Afzettingen in moerassen
    - veen (dode plantenresten)
      - gedroogd veen: turf (brandstof)

Slide 16 - Diapositive

Waarom steeg het niveau van het zeewater?
A
Door het smelten van de ijskappen
B
Doordat er meer neerslag viel
C
Doordat de Zuidpool smolt
D
Doordat de aarde verder van de zon kwam te staan

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Grondsoort bepaalt grondgebruik
* Zandgrond
    - droog, niet zo vruchtbaar; veeteelt, bos en weiland
* Rivierklei   
   - veeteelt op grasland, fruitteelt op hoge delen                              
* Zeeklei
    - erg vruchtbaar; akkerbouw
* Veengrond
    - vrij nat, niet zo vruchtbaar; grasland
* Lössgrond
    - de beste landbouwgrond; vooral  akkerbouw
* Cultuurlandschappen zijn door de  mens gemaakt

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig werken
* Maak 2.8 online (magister, leermiddelen, AK boek)

Klaar?
* Check of 2.7 ook af is
* Check of de topografie (2.12) af is
* Maak een start met 2.6

Slide 20 - Diapositive