Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H5.4 Reacties tussen ionen
Neerslagreacties
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert vandaag:
wat een neerslagreactie is
hoe je een zout kunt maken
hoe je ionsoorten in een oplossing kunt aantonen
Slide 2 - Diapositive
2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren:
Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing => Er vormt zich dus géén slecht oplosbaar zout.
Er ontstaat een neerslag: Er vormt zich een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag. Een neerslag is een vast (slecht oplosbaar zout) dat naar de bodem zakt.
Slide 3 - Diapositive
Zoutoplossingen mengen
Slide 4 - Diapositive
Zoutoplossingen mengen
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Zoutoplossingen mengen
Slide 7 - Diapositive
Tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Slide 8 - Diapositive
Zoutoplossingen mengen
Slide 9 - Diapositive
Neerslag reacties
Ionen die voor en na de reactiepijl onveranderd aanwezig zijn noemen we tribune ionen.
Deze ionen reageren niet mee en worden weg gestreept uit een reactievergelijking.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Binas 45A
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Neerslagreacties toepassen
Slide 16 - Diapositive
Oefenen
Welke reactie krijg je als je een NaCl oplossing met een zilvernitraat oplossing mengt?
Slide 17 - Diapositive
Oefenen
Welke reactie krijg je als je een NaCl oplossing met een zilvernitraat oplossing mengt?
Slide 18 - Diapositive
Oefenen 2
Welke reactie krijg je als je een K2CO3 oplossing met een calciumbromide oplossing mengt:
Slide 19 - Diapositive
Oefenen 2
Welke reactie krijg je als je een K2CO3 oplossing met een calciumbromide oplossing mengt:
Slide 20 - Diapositive
OPDRACHT 1: Een slecht oplosbaar zout maken. Beschrijf hoe je bariumcarbonaat kunt maken uit oplossingen van andere zouten.
A
Bariumchloride en calciumcarbonaat
B
bariumchloride en natriumcarbonaat
C
Zilverchoride en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en kaliumcarbonaat
Slide 21 - Quiz
OPDRACHT 2:Een slecht oplosbaar zout maken. Beschrijf hoe je calciumcarbonaat kunt maken uit oplossingen van andere zouten.
A
Calciumchloride en calciumcarbonaat
B
Calciumchloride en natriumnitraat
C
Calciumnitraat en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en calciumcarbonaat
Slide 22 - Quiz
OPDRACHT 4: Het aantonen van ionen in een oplossing. Toon aan of je zilvernitraat-oplossing of een calciumnitraat-oplossing hebt. TIP! Zoek een goed oplosbaar zout met een negatief ion dat neerslag met het zilver of calcium-ion.
A
Met NaCl
B
Met Na2SO4
C
Met Na2S
D
Met Na2CO3
Slide 23 - Quiz
OPDRACHT 3: Verwijderen van ionen uit een oplossing: Verwijder de sulfaat-ionen uit een koper(II)sulfaat-oplossing