2.3 Het skelet

Noem een verschil tussen het skelet van een mens en dat van een paard
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
PaardenklasMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Noem een verschil tussen het skelet van een mens en dat van een paard

Slide 1 - Question ouverte

Het skelet

Slide 2 - Diapositive

Lesplan
Theorie 
2.3 maken
Skelet oefenen op het paard

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan de functie van het skelet benoemen.
  • Ik kan 20 verschillende botten van het skelet benoemen.
  • Ik kan 20 verschillende botten van het skelet op de juiste plaats aanwijzen. 

Slide 4 - Diapositive

Functie van het skelet
Een ander woord voor het skelet is het geraamte. 


  • Stevigheid
  • Vorm
  • Bescherming
  • Beweging (door de aanhechting van spieren)

Slide 5 - Diapositive

De Wervelkolom
De wervelkolom van een paard bestaat uit:
  • 7 halswervels
  • 18 borstwervels
  • 5/6 lendenwervels
  • 5 Heiligbeen (vergroeide wervels)
  • 18 staartwervels
  • Bekken / SI-gewricht

Slide 6 - Diapositive

Het skelet
1. Neusbeen              11. Hielbeen
2. Oogkas                   12. Spronggewricht
3. Halswervels         13. Ribben
4. Schouderblad     14. Kogelgewricht
5. Borstwervels       15. Hoefbeen
6. Lendenwervels   16. Kroonbeen
7. Heiligbeen             17. Kootbeen
8. Bekken                   18. Pijpbeen
9. Staartwervels     19. Spaakbeen
10. Kuitbeen             20. Opperarmbeen

Slide 7 - Diapositive

Welk onderdeel is nummer 17
A
Kogelgewricht
B
Kroonbeen
C
Kootbeen
D
Hoefbeen

Slide 8 - Quiz

Welk bot is nummer 11

Slide 9 - Question ouverte

Aan de slag
Maken 2.3 in learnbeat
Oefenen met een echt paard

Slide 10 - Diapositive