Rekenen D1 Paragraaf 1.2

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 3
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.2 Lengte

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis activeren
Uitleg par. 1.2 Lengte
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 1.2
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.2
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.2 Lengte

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met lengtematen.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





145 meter =
A
1450 decimeter
B
14 500 centimeter
C
145 000 millimeter
D
A + B + C

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





27,6 dm - 13,8 cm =
A
13,8 cm
B
41,4 cm
C
262,2 cm
D
289,8 cm

Slide 6 - Quiz

27,6  dm x 10 = 276 cm 
276 cm - 13,8 cm = 262,2 cm




7,6 km - 120 m =
A
640 m
B
880 m
C
7480 m
D
7720 m

Slide 7 - Quiz

7,6 x 1000 = 7600 m 
7600 m - 120 m = 7480 m

Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten in de planning.
  • Lever de gemaakte opdrachten in.
  • Meld je voor de examenopdracht.
 

Voortgang
Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00
Pauze

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.2 Lengte

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met lengtematen.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Oefenen met de basisvaardigheden
Tijdens de basisroute behandelen we alle lesstof die wordt getoetst bij het examen rekenen. We herhalen daarnaast een deel van de basisvaardigheden. Deze week is dat de lesstof over deel 1 van het metriek stelsel (23).

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Metriek stelsel (1)

Leerdoelen


  • Ik ken de eenheden van lengte.
  • Ik kan de eenheden van lengte omzetten van de ene eenheid naar de andere.



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Hoeveel rekensprongen moet je maken om te weten
hoeveel millimeter 3 meter is?
A
1 sprong
B
2 sprongen
C
3 sprongen
D
4 sprongen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




Hoeveel rekensprongen moet je maken om te weten
hoeveel decimeter 12,4 decameter is?
A
1 sprong
B
2 sprongen
C
3 sprongen
D
4 sprongen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





2,7 m =
A
27 mm
B
270 mm
C
2700 mm
D
27000 mm

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





0,35 km =
A
3,5 dam
B
35 dam
C
350 dam
D
3500 dam

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





6 dm + 3 cm + 7 mm =
A
16 cm
B
63,7 cm
C
70 cm
D
97 cm

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00
Pauze

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 2 t/m 4 van paragraaf 1.2. 
 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opgaven pagina 13
timer
20:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




3. Voor het bespannen van een tennisracket heb je 1150 cm snaar nodig. Op een rol zit 200 m. Hoeveel rackets kun je met één rol bespannen? Rond af op een heel getal.
Bij deze opdracht kan je liggend geld oprapen. Je hoeft alleen maar te bukken!
A
1,7 rackets
B
2 rackets
C
17 rackets
D
17,4 rackets

Slide 21 - Quiz

200 m = 20000 cm : 1150 = 17(,39) rackets


Opdracht 4
  1. 600 + 30 + 7 = 637 mm
  2. 9000 + 1400 + 45 = 10445 m
  3. 7,56 + 4,5 + 0,54 = 12,6 dm
  4. 4,75 + 4 + 5,25 = 14 km 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 11 en 12 van paragraaf 1.2.
 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opgaven pagina 13
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive


Opdracht 12
Vuren geschaafd
44x44mm  300cm FSC




11a. De afstand naar de markt is...
A
2 meter
B
20 meter
C
200 meter
D
2000 meter

Slide 25 - Quiz

0,2 km x 1000 = 200 meter




11b. Hoe ver ligt Herzogenrath vanaf dit bord verder dan Vaals?
A
7,7 km
B
8,3 km
C
77 hm
D
83 hm

Slide 26 - Quiz

13 - 5,3 = 7,7 km x 10 = 77 hm




12a. Wat is de lengte van de balken in meters?
A
0,003 meter
B
0,03 meter
C
0,3 meter
D
3 meter

Slide 27 - Quiz

300 cm : 100 = 3 meter




12b. Wat is de breedte van de balken in centimeter?
A
44 cm
B
4,4 cm
C
0,4 cm
D
0,04 cm

Slide 28 - Quiz

44 mm : 10 = 4,4 cm



12c. Je koopt een partij balken voor € 60,75. Wat is de totale lengte van de balken in decimeters?
A
9 dm
B
27 dm
C
90 dm
D
270 dm

Slide 29 - Quiz

€ 60,75 : € 6,75 = 9 
9 x 300 cm = 2700 cm : 10 = 270 dm
timer
5:00
Pauze

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.2 Oefenen met examenopdrachten
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Examenopdracht
Julia maakt linten om de dozen. Voor
elk lint rekent ze 25 cm extra om de
strik te maken.

a. Bereken hoeveel centimeter lint 
Julia nodig heeft voor doos 1.

b. Bereken hoeveel meter lint Julia
nodig heeft voor doos 2. 
timer
7:00
Doos 1
Doos 2

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Voor doos 1 heeft Julia ... centimeter lint nodig?
A
115
B
125
C
135
D
145

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





Voor doos 2 heeft Julia ... meter lint nodig?
A
1,33
B
13,3
C
133
D
1330

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe pak je dat aan bij je examen?
Opdracht a
4 x 15 + 4 x 15 + 25 = 145 cm
60 + 60 + 25 = 145 cm

Opdracht b
2 x 25 + 2 x 15 + 4 x 7 + 25 = 133 cm
50 + 30 + 28 + 25 = 133 cm = 1,33 m


Doos 1
Doos 2
Wat weet je al?
Je weet de afmetingen in centimeters van doos 1.
De afstand zijn l15 cm x b15 cm x h15 cm.

Je weet de afmetingen in centimeters van doos 2.
De afmetingen l25 cm x b15 cm x h7 cm.

Je weet hoeveel centimeter extra lint nodig is.
Dat is 25 cm per doos.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen

  • Ik kan rekenen met lengtematen.


Volgende week

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions