Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
4.2 De Koude Oorlog
(deel 3, herhaling)
Slide 1 - Diapositive
Uitleg:
Hierna volgen een aantal dia's met quizvragen over de lesstof van 4.2. Je beantwoord deze vragen en daarna ga je aan de slag met de afronding van je samenvatting.
Succes!! :)
Slide 2 - Diapositive
Welke belangrijke afspraken maakten deze leiders?
A
Grote delen van Oost-Europa komen onder invloed van de VS
B
Grote delen van Europa worden verdeeld
C
Duitsland en Berlijn worden bezet door de geallieerden
D
Het begin van de Koude Oorlog
Slide 3 - Quiz
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een periode van dreiging tussen 2 wereldmachten
D
Een periode waarin landen zoals Duitsland gesplitst worden
Slide 4 - Quiz
Wanneer was... De Koude Oorlog?
A
1945-1961
B
1940-2000
C
1945-1991
D
1950-1989
Slide 5 - Quiz
Welk systeem had de Sovjet Unie in de tijd van de Koude Oorlog?
A
vijandig systeem
B
communistisch systeem
C
aanvallen en terugtrekken
D
kapitalistisch systeem
Slide 6 - Quiz
Oost
West
Vrije markteconomie
Planeconomie
Kapitalisme
Communisme
Warschaupact
Slide 7 - Question de remorquage
Warschaupact hoort bij
A
communisme
B
kapitalisme
Slide 8 - Quiz
Welke conclusie over Berlijn voor 1961 is juist? Berlijn was een plek waar....
A
Je moeilijk van West naar Oost kon
B
Je onmogelijk van Oost naar West kon
C
Je makkelijk van Oost naar West kon
D
Je onmogelijk van West naar Oost kon
Slide 9 - Quiz
Welke landen hoorden bij het Oostblok?
A
Italië, Polen, Bulgarije
B
Polen, Hongarije, Tsjecho-Slowakije
C
Roemenië, Bulgarije, Albanië
D
DDR, Polen, Oostenrijk
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Over welk Koude oorlog conflict / begrip gaat de spotprent
ijzeren
gordijn
Berlijnse muur
wapen
wedloop
Cuba
Crisis
Blokkade van Berlijn
Slide 12 - Question de remorquage
Hieronder staan drie uitspraken over leiders tijdens de
Koude oorlog:
Historische leiders
Let op! Er blijft één persoon over.
Hij was politiek gezien een marxist-leninist. Onder zijn regering werd de republiek Cuba omgevormd tot een communistische staat. Industrie en de bedrijven werden genationaliseerd.
Jongste Amerikaanse President. Werd in 1961 gekozen als president. JFK zijn zijn initialen. Werd vermoord. Was betrokken bij de cuba crisis. En sprak in Berlijn de bekende woorden. "Ich bin ein Berliner".
Besloot om alle toegangswegen naar Berlijn af te sluiten
Kennedy
Chroestjov
Stalin
Fidel Castro
Slide 13 - Question de remorquage
Welk land was democratisch gedurende de Koude Oorlog?
A
DDR
B
BRD
Slide 14 - Quiz
Welk land hoorde tijdens de Koude Oorlog niet bij de NAVO?
A
Groot-Brittannië
B
BRD
C
DDR
D
Nederland
Slide 15 - Quiz
Laatste vraag.......Wat betekent het IJzeren Gordijn?
A
Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog.
B
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog.
C
En gordijn van ijzer dat het Oostblok van het Westblok scheidde tijdens de Koude Oorlog.
D
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Welke landen vormden tijdens WOII de geallieerden?
Slide 18 - Question ouverte
Hoeveel Duitsers waren rond 1960 al van Oost naar West gevlucht via Berlijn?
A
1.5 miljoen
B
2.5 miljoen
C
3.5 miljoen
D
4.5 miljoen
Slide 19 - Quiz
Met welke gebeurtenis eindigde de Koude oorlog? In welk jaar?
Slide 20 - Question ouverte
Symbolen
In spotprenten wordt er vaak gebruik gemaakt van symbolen.
Zoek nu symbolen op die vaak voor Amerika en de Sovjet-Unie worden gebruikt.
Het melkmeisje/klompen/molen wordt vaak gebruikt als het om Nederland gaat.
Slide 21 - Diapositive
Welke boodschap wil de maker van de prent overbrengen?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Verdeling Duitsland in invloedssferen na WO II
West-Duitsland (latere BRD) kwam onder invloed van de westerse democratische overwinnaars.
Oost-Duitsland (latere DDR) kwam onder invloed van de communistische SU
Slide 24 - Diapositive
Wanneer werd de Berlijnse muur gebouwd?
A
1951
B
1961
C
1965
D
1973
Slide 25 - Quiz
Hoeveel mensen zijn ongeveer omgekomen bij vluchtpogingen van Oost naar West?
A
56
B
136
C
166
D
266
Slide 26 - Quiz
Wanneer ging de muur weer open? (val van de muur)
A
1982
B
1986
C
1989
D
1994
Slide 27 - Quiz
Hoe eindigde de Koude Oorlog?
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Spotprenten
Over de Koude Oorlog zijn veel spotprenten gemaakt.
Spotprenten zijn (grappige) tekeningen over bepaalde personen/gebeurtenissen.
De tekenaar geeft vaak zijn/haar mening over de gebeurtenis.
Slide 30 - Diapositive
Spotprent analyse
Welke boodschap geeft de maker van de prent?
Vind je het moeilijk, klik dan op de vraagtekens om beeldelementen te verduidelijken!
Tik je antwoord in de volgende dia
Hier zie je een rode ijsberg. Rood is de kleur van het communisme! De hamer en sikkel zijn symbolen van de communistische SU.
Hier zit 'Uncle Sam'. Deze persoon staat altijd symbool voor de Verenigde Staten.
We zien hier een typisch Amerikaans schip, de Titanic. Dit schip zou zogenaamd onverwoestbaar zijn, maar kwam in 1912 in aanvaring met een ijsberg en zonk. Het schip komt in deze tekening bijna in aanvaring met een 'communistische' ijsrots. Waar waarschuwt de tekenaar voor? Verwerk dit in je antwoord!
Hier zie je allemaal landen die communistisch werden. Ze worden als grafstenen afgebeeld. Wat wil de tekenaar hiermee zeggen denk je? Verwerk dit in je antwoord!