7.4 - Kolonialisme en slavernij

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Leerdoelen
  • Bronopdracht
  • Uitleg
  • Diamant Franse Revolutie
  • Leerdoelen
  • Vragen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij eigenlijk van slavernij?

Slide 3 - Carte mentale

Bronopdracht
Beantwoord de volgende vragen:

  • Wat voor soort bron is dit?
  • Waar speelt het zich af?
  • In welk jaar speelt het zich af?
  • Wie zijn de eigenaren van de slaven?
  • Hoe wordt omgegaan met slaven? Noem drie bronelementen waaruit je dat afleidt.
  • Leggen de slaven zich neer bij hun lot? Waarom wel/niet?





Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  • Groei trans-Atlantische slavenhandel groeide.
  • Welke slavernij op Amerikaanse plantages.
  • Welke slavernij er was in de Nederlandse koloniën.
  • Hoe de slavernij  afgeschaft. 



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Leg eens in eigen woorden (!) uit..
  • Groei trans-Atlantische slavenhandel groeide.
  • Welke slavernij op Amerikaanse plantages.
  • Welke slavernij er was in de Nederlandse koloniën.
  • Hoe de slavernij afgeschaft. 

Slide 11 - Diapositive

Opdracht (35 minuten)
Wat: Hiërarchie maken van oorzaken Franse Revolutie
Hoe: Schema oorzaken aanvullen, gevolgen erbij zoeken, oorzaken in diamant
Waarom: Verklaren is moeilijk! Oefenen, oefenen, oefenen

Duo's: oorzaak-gevolg schema invullen, kaartjes in diamant, opdrachtenblad
Boek gebruiken mag
9 kaartjes?

Slide 12 - Diapositive

Nabespreking
  • Wat ingevuld op lege kaartje?
  • Welke drie staan meest bovenaan? Onderin? (Bord)
  • Hoe heb je vastgesteld of het belangrijk is?

  • Richtvragen

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Toets TV7

Kennen: kenmerkende aspecten, revoluties, gedachtegoeden diverse filosofen, toepassen (te oefenen in je werkboek!!)

VF: maandag 1e uur
Mailen
SUCCES!!

Slide 14 - Diapositive

Extra uitleg hierna/extra filmpjes

Slide 15 - Diapositive


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 16 - Diapositive


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen tot slaaf gemaakten: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze tot slaaf gemaakten werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 17 - Diapositive


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
  • Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 18 - Diapositive


Slavenmarkten

  • De tot slaaf gemaakten die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de tot slaaf gemaakten 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Ze waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
  • ...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 19 - Diapositive


Op de plantages

  • Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
  • Ze werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 20 - Diapositive


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 21 - Diapositive


Europese slaven

  • Tussen 1600 en 1800 zijn, naast de Afrikaanse slaven, ook rond de 1 miljoen tot slaaf gemaakten uit Europa verhandeld.
  • Sommigen waren bijvoorbeeld gevangen genomen door piraten.
  • Deze blanke christenslaven hadden overigens wel een beter bestaan dan de meeste Afrikaanse tot slaaf gemaakten, en werden vaak ook vrijgekocht








Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo