Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Vidéo
OBJETIVOS DOELEN
Na deze les...
1. ...kan ik mezelf voorstellen in het Spaans
2. ...kan ik 3 vragen aan iemand anders stellen in het Spaans
3....en kan ik iemand anders aan een derde voorstellen
Slide 4 - Diapositive
timer
0:30
Welke vraagwoorden ken ik in het Nederlands?
Slide 5 - Carte mentale
Sleep de gele kaartjes naar de juiste vertaling
WAT
WELKE
WIE
WAAROM
WAAR
WANNEER
HOE
COMMENT
WHO
WHAT
POURQUOI
WANN
WHICH
WO
Slide 6 - Question de remorquage
WELKE WOORDEN ZIJN DE RODE WOORDEN
VRAAGWOORDENenZINNEN
¿Cómo estás?
¿Dónde vives?
¿De dónde eres?
¿Quién eres?
¿Cuál es tu número de teléfono?
¿Cuál es tu nombre?
¿Cuántos años tienes?
¿Qué es esto?
Slide 7 - Diapositive
De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe!
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
Slide 8 - Question de remorquage
Situatie
Je bent uitgenodigd voor een casting en er wordt van je verwacht dat je jezelf voorstelt . Hoe pak je dit op ?
Kijk en luister naar het volgende filmpje.
Let op de vraagwoorden.
Slide 9 - Diapositive
Fragmento de video
'el casting'
Bekijk het fragment en beantwoord de vragen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Aan de slag!!!
Slide 12 - Diapositive
Tarea 2 middel
Aan de hand van een dobbelspel ga je oefenen met de vraagwoorden in het Spaans . Elke kleur vertegenwoordigt een vraagwoord. Door het gooien van de dobbelstenen kan je de vragen stellen en de antwoorden gebruiken voor het invullen van het identiteitkaartje van het persoon tegenover je.
-Jullie krijgen dobbelstenen met kleuren.
-Elke dobbelsteen staat voor een ander vraagwoord.
-Afhankelijk van de kleur,die je gooit, bedenk je een vraag met het desbetreffende vraagwoord.
-Jullie wisselen elkaar af.
Slide 13 - Diapositive
Cómo = verde
Quién(quiénes) = naranja
Cuándo = blanco
Cuánto(-s,-a,-as) = amarillo
Qué =azul
Por qué =rojo
Slide 14 - Diapositive
Nu gaan we evalueren.Welke tops gaan jullie geven?
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Sondage
Wat betekent de vraag:
¿De dónde eres?
A
Hoe heet je?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Hoe gaat het?
Slide 16 - Quiz
Waar of niet waar?
Sonia geeft haar 'número de teléfono' aan Marcos.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
De jongeren geven antwoord op de vraag '¿Cuántos años tienes?'
Wat betekent deze vraag?
A
Hoe oud ben je?
B
Hoe gaat het met je?
C
Waar woon je?
D
Hoe heet je?
Slide 18 - Quiz
Wat betekent de vraag:
¿De dónde eres?
A
Hoe heet je?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Hoe gaat het?
Slide 19 - Quiz
Hoe zeg je in het Spaans...?
Ik heet...
A
Vivo en...
B
Me llamo...
C
Tengo...años.
D
Soy de...
Slide 20 - Quiz
Waar of niet waar?
Sonia geeft haar 'número de teléfono' aan Marcos.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
De jongeren geven antwoord op de vraag '¿Cuántos años tienes?'
Wat betekent deze vraag?
A
Hoe oud ben je?
B
Hoe gaat het met je?
C
Waar woon je?
D
Hoe heet je?
Slide 22 - Quiz
Hoe zeg je in het Spaans...?
Ik heet...
A
Vivo en...
B
Me llamo...
C
Tengo...años.
D
Soy de...
Slide 23 - Quiz
Wat betekent de vraag:
¿De dónde eres?
A
Hoe heet je?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Hoe gaat het?
Slide 24 - Quiz
Waar of niet waar?
Sonia geeft haar 'número de teléfono' aan Marcos.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
De jongeren geven antwoord op de vraag '¿Cuántos años tienes?'
Wat betekent deze vraag?
A
Hoe oud ben je?
B
Hoe gaat het met je?
C
Waar woon je?
D
Hoe heet je?
Slide 26 - Quiz
Hoe zeg je in het Spaans...?
Ik heet...
A
Vivo en...
B
Me llamo...
C
Tengo...años.
D
Soy de...
Slide 27 - Quiz
Wat betekent de vraag:
¿De dónde eres?
A
Hoe heet je?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Hoe gaat het?
Slide 28 - Quiz
Waar of niet waar?
Sonia geeft haar 'número de teléfono' aan Marcos.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
De jongeren geven antwoord op de vraag '¿Cuántos años tienes?'
Wat betekent deze vraag?
A
Hoe oud ben je?
B
Hoe gaat het met je?
C
Waar woon je?
D
Hoe heet je?
Slide 30 - Quiz
Evaluatie van de les
Lieve leerlingen, jullie hebben met elkaar de vraagwoorden in het Spaans herhaalt en leuke zinnetjes gemaakt om met elkaar in het Spaans kennis te kunnen maken. Nu vraag ik jullie om de les kort te evalueren.