Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
W2a-Grammatikherhaling
Deutschstunde
Grammatik-Wiederholung
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Deutschstunde
Grammatik-Wiederholung
Slide 1 - Diapositive
Sleep de lidwoorden naar de juiste vorm.
mannelijk [m]
onzijdig [o]
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die
Slide 2 - Question de remorquage
Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
A
der, dem, das, ....
B
du, er, wir, ihr, sie, ...
C
ihr, euer, Ihr, ...
D
dir, mir, ihn, ihm, ....
Slide 3 - Quiz
Bezittelijke voornaamwoord
uitgang voor een mannelijke zelfstandig naamwoord:
A
geen uitgang
B
-e
C
-er
Slide 4 - Quiz
Bij welke zelfstandige naamwoorden krijgt het bezittelijke voornaamwoord een uitgang -e?
A
mannelijke en onzijdige
B
mannelijke en vrouwelijke
C
vrouwelijke en meervoud
D
meervoud
Slide 5 - Quiz
Ergänze (vul in):
Ich mag ....... (mijn) Tiere sehr!
A
mein
B
meine
C
meinen
Slide 6 - Quiz
Ergänze:
Susi ist ........... (zijn) Hund.
A
dein
B
deine
C
sein
D
seine
Slide 7 - Quiz
Ergänze:
Sind ......... (jullie) Eltern auch zum Fest gekommen?
A
ihr
B
ihre
C
euer
D
eure
Slide 8 - Quiz
Vervoeg het werkwoord:
Ich sehe was, was du nicht (sehen)
A
sehst
B
siehst
C
sihst
D
sist
Slide 9 - Quiz
Sie (lesen) ein Buch.
A
lest
B
liest
C
lieset
D
list
Slide 10 - Quiz
Ergänze:
Du ... lange am Sonntag. (schlafen)
Slide 11 - Question ouverte
Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Duits?
(2 antwoorden)
A
zwak werkwoord: ge + stam + (e)t
B
sterk werkwoord: ge + stam + (e)t
C
zwak werkwoord: ge + stam + en
D
sterk werkwoord: ge + stam + en
Slide 12 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van:
kaufen?
A
gekauft
B
gekaufen
C
gekaufd
Slide 13 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van:
lesen
A
geliest
B
gelesen
C
geliesen
D
gelest
Slide 14 - Quiz
Übersetze (=vertaal):
Hij heeft de lesstof goed geleerd.
A
Er hat den Stoff gut gelernen.
B
Er ist den Stoff gut gelernt.
C
Er hat den Stoff gut gelernt.
D
Er ist den Stoff gut gelernen.
Slide 15 - Quiz
Übersetze:
Wij zijn naar de dierentuin gereden.
A
Wir sind in den Zoo gefahrt.
B
Wir haben in den Zoo gefahrt.
C
Wir haben in den Zoo gefahren.
D
Wir sind in den Zoo gefahren.
Slide 16 - Quiz
Geef aan: Over welke punten in de grammatica wil je graag meer uitleg?
Slide 17 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
W2a-26012021
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
17. April 2024 / herhalen toetsstof
Avril 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
30.Stunde 2 HV 23/24
Juin 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2hv - Grammatica Boek A
Avril 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Zeig was du kannst H3
Septembre 2021
- Leçon avec
48 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
PW H3&4
Janvier 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2jf (20-11-23)
Novembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Secondary Education
Age 12,13
Stunde 3 (Wdh, Wortschatz und Schreiben)
Avril 2020
- Leçon avec
12 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1