Maroua les

• Mentorles
• Basisschool
• Groep 5

Welkom!

Ga rustig zitten en zet je spullen op tafel.

Wat weten jullie ng van vorige les?

Planning

Rekenen

Engels

Taal

Spelling

REKENEN

wat weten jullie nog??

Wat is de som van 35 + 57?

1. 104
2. 78
3. 92
4. 68

Wat is het verschil tussen 83 en 26?

1. 57
2. 68
3. 37
4. 94

Hoeveel is 41+18?

1. 72
2. 86
3. 37
4. 59

Wat is de uitkomst van 75-43?

1. 18
2. 32
3. 67
4. 53

Engels

Wat weten we nog?

1. Mouse
2. Chicken
3. Cat
4. lion

1. rhino
2. elephant
3. rat
4. hippo

1. Rat
2. Rabbit
3. Fish
4. racoon

1. Crocodile
2. Frog
3. turtle
4. fish

1. Bird
2. Parrot
3. Papebird
4. Parry

1. Papillon
2. Flyer
3. Flinder
4. Butterfly

Where do you see the colour
green ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Where do you see the colour blue?

1. 
2. 
3. 
4. 

Where do you see the colour
pink ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Where do you see the colour
yellow ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Where do you see the colour
red ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Where do you see the colour
orange ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Taal

Wat weten we nog?

Maak de zin af: Ik vind dit een .... 

1. leuk liedje, omdat ...
2. irritant liedje, omdat ...

Wat is van toepassing op dit liedje/deuntje van de Efteling?

1. Ik weet zonder het te horen, hoe het liedje/deuntje verder gaat.
2. Ik moet het liedje/deuntje eerst weer eens horen, voordat ik weet hoe het verder gaat.

Deze borden kom je vaak tegen op het
station.
Wat betekent dit bord?

1. uitgang
2. busstation
3. opbergplaats voor bagage
4. wachtruimte

Klopt deze uitspraak?

“De kans dat een liedje of deuntje een oorwurm wordt, is even groot bij een liedje dat je vaak hebt geluisterd als bij een liedje dat je niet vaak hoort” 

1. 
2. 

Van welk bedrijf is het logo?

1. McDonald's
2. kentucky fried chicken

Van welk bedrijf is het logo?

1. Whatsapp
2. Snapchat
3. Apple
4. Facebook

Ik weet wat pictogrammen, logogrammen en logo's zijn.

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje

Spelling

Wat weten we nog?

De juf rende over de dijk.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Frederique kookte gisteren uitgebreid voor haar familie.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

b....wen

1. OU
2. AU

Volgende maand gaan/gingen we hopelijk naar de Efteling.

1. gaan
2. gingen

Vanmiddag ga/ging ik naar de tandarts.

1. ga
2. ging

Daarna ga/ging ik skeeleren.

1. ga
2. ging

..towiel

1. OU
2. AU

..tomatiseren

1. OU
2. AU

Heb je genoten?
(je kan meerdere antwoorden doen)