Les 42, gebruik optativus
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waaraan herken je de optativus?
Slide 2 - Carte mentale
De optativus heeft ... augment.
A
wel
B
geen
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Vertaal: μή τοῦτο γένοιτο
(γίγνομαι = gebeuren)
(γίγνομαι = gebeuren)
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Vertaal: ἐνταῦθα ἄν μενοιμέν
(μένω = blijven)
(μένω = blijven)
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Vertaal: ἤρωτα ποῦ εἰην
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Vertaal: ἐφοβεῖτο μή οἱ Ἀχαίοι τὴν πολίν ἕλοιεν
(αἱρέω = innemen)
(αἱρέω = innemen)
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Vertaal: Εἰ ἐθέλοις ἀκούειν, πάντα ἄν μάθοις.
(ἀκουω = luisteren, μανθανω = begrijpen)
(ἀκουω = luisteren, μανθανω = begrijpen)
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
εἰ τοῦτο ποιοίης, ἡμᾶς ἄν βλάπτοις
In deze zin staat een
In deze zin staat een
A
optativus van wens
B
optativus potentialis
C
vervangingsoptativus
