Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De islam
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze dag kun je herkennen en uitleggen waarom de islam is ontstaan, hoe deze godsdienst zich heeft verspreid en wat de belangrijkste kenmerken van de islam zijn.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je al over de islam?
Slide 3 - Carte mentale
Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam
Slide 4 - Quiz
Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet
Slide 5 - Quiz
Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije
Slide 6 - Quiz
Veel goden of één god?
In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.
Slide 7 - Diapositive
Mohammed
Mohammed was een handelaar uit Mekka.
In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit
Slide 8 - Diapositive
Van Mekka naar Medina
Jaartal: 622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
Slide 9 - Diapositive
Terug naar Mekka
Jaartal: 630
Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
Er werd gevochten en Mohammed won.
Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.
Slide 10 - Diapositive
De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden
Slide 11 - Quiz
Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
De islam
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht
Slide 14 - Diapositive
De volgelingen van de islam zijn
A
boedhist
B
christen
C
jihad
D
moslim
Slide 15 - Quiz
Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
C
Profeten
D
Arabieren
Slide 16 - Quiz
Laatste les voor de toets
Bespreken leerdoelen
gemaakte vragen doornemen
extra opdrachten
vragen
afronden
Slide 17 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe de islam ontstond.
Je kunt de belangrijkste kenmerken noemen van de islamitische geloofsleer.
Je kunt beschrijven hoe de islam zich heeft verspreid en verbrokkelde.