V1 Ch1 bron F

Prs!
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Prs!

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen voor deze les
-Je kunt een tijdschriftartikel over vakanties begrijpen.
-Je weet hoe je zegt hoe oud je bent in het Frans. 

Slide 2 - Diapositive

1. Oriëntatie: lees de titel, kijk naar plaatjes en tekstsoort.

2. Globaal lezen: inleiding en tussenkopjes

3. Gedetailleerd lezen
Stappenplan lezen tekst 

Slide 3 - Diapositive

Wat doe je als je een Frans woord uit de tekst niet kent?

Slide 4 - Carte mentale

Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.

Slide 5 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.
-Kijken naar de zin: kun je nu wel de betekenis vh woord weten?

Slide 6 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.
-Kijken naar de zin: kun je nu wel de betekenis vh woord weten?
-Woorden opzoeken in de woordenlijst 

Slide 7 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.
-Kijken naar de zin: kun je nu wel de betekenis vh woord weten?
-Woorden opzoeken in de woordenlijst 
-Vraag aan docent/klasgenoot

Slide 8 - Diapositive

Wat ga je niet doen?
-Wat ga je niet doen dit lesuur?
Google Translate of een andere vertaal app/website gebruiken. 

-Waarom niet?

Slide 9 - Diapositive

Ik stel mezelf als eerste de volgende vraag als ik een Frans woord niet weet/ken uit de tekst...
A
Kan ik de betekenis van het woord uit de zin halen?
B
Waar is de woordenlijst?
C
Waar is mijn laptop voor (Google) Translate?
D
Ken ik het woord uit het Nederlands of andere taal?

Slide 10 - Quiz

Wat was ook al weer stap 1 bij het lezen van een tekst?
A
gedetailleerd lezen
B
globaal lezen: inleiding en tussenkopjes
C
oriëntatie: plaatjes en tekstsoort

Slide 11 - Quiz

Bekijk op de volgende dia de tekst globaal!

Slide 12 - Diapositive

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Wat zag je op de plaatjes?
Wat voor soort tekst is het?

Slide 14 - Question ouverte

timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent de titel?

Slide 16 - Question ouverte

Bekijk de tekst nu globaal
Lees de inleiding en de tussenkopjes.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat ben je nu te weten gekomen?

Slide 19 - Question ouverte

Lees mee

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vertellen hoe oud je bent
Uit de tekst:
Mon père a 40 ans et ma mère a 38 ans. Ma soeur, elle a 11 ans.
Moi j'ai 12 ans.

Slide 24 - Diapositive

Wat is hier een beetje gek aan?

Slide 25 - Question ouverte

Je leeftijd in het Frans
In het Frans gebruik je dus avoir (hebben) om te zeggen hoe oud je bent!
Je zegt letterlijk 'ik heb ..... jaar'

Slide 26 - Diapositive

Schrijf op hoe oud jij bent!
(In het Frans)

Slide 27 - Question ouverte

Het leerdoel:
Ik kan een tijdschriftenartikel over een familievakantie begrijpen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Het leerdoel:
Ik kan vertellen hoe oud ik ben.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage